Marine Issumo (MePharTech) relativeert “instabiliteit in Congo”

Marine Issumo werd in Kinshasa geboren als dochter van een Belgische moeder en een Congolese vader. Ze leefde zowel in België als in Congo. Issumo exploiteert in Lubumbashi haar eigen bedrijf, MePharTech, en is voorzitster van de plaatselijke Rotary Club Lubumbashi Etoile.

MePharTech is een distributeur van medische apparaten en artikelen, chirurgische instrumenten en toebehoren voor laboratoria. De firma verkoopt ook op bestelling medische boeken en gespecialiseerde geneesmiddelen. "Al mijn goederen komen uit België", vertelt Issumo. ‘Ik werk bijvoorbeeld samen met de bedrijven Michiels (Brussel) en Cypress Diagnostics (Langdorp)." Tijdens een recente missie van Awex naar Lubumbashi bereikte Issumo vertegenwoordigingsakkoorden met twee andere Belgische firma’s, Somers (zaden) en V.M.D. (diergeneeskundige producten). "Uw gezondheid is onze prioriteit", luidt Issumo’s motto. Met de toevoeging van de twee nieuwe activiteiten is de cirkel rond. Mensen kunnen gezond leven als ze kunnen rekenen op een gezonde voeding via een gevarieerde landbouw en producten kunnen consumeren die het resultaat zijn van gezonde teeltpraktijken. In zulke omstandigheden vermindert het risico’s op ziektes en andere nadelige gevolgen die te maken hebben met een onevenwichtige of ongezonde voeding.

Volgens Issumo is het niet nodig te wachten tot Congo volmaakt politiek stabiel is. Stabiliteit is een erg vluchtig en subjectief begrip, ongeacht het land waar men zich bevindt. "Naarmate de economie zich herstelt, zal ook het politieke klimaat verbeteren. Een alerte zakenmens moet bepalen wat hij aan middelen kan missen en dat in een land als Congo investeren."

De zaakvoerster van MePharTech weet niet met zekerheid of het zoveel moeilijker is om in Congo een bedrijf te creëren. "Tijdens de startfase is het wel lastig omdat er heel wat wetten en taksen bestaan die je niet noodzakelijk meteen kent. Het komt er vooral op aan om te geloven in je project." Issumo raadt aan een beroep te doen op een plaatselijke consultant en op de kennis van de reeds gevestigde bedrijven.

"Iedere keuze heeft zo zijn voor- en nadelen. Mijn troef was dat ik als eerste begon in een branche die was stilgevallen. De mensen waren eraan
gewend geraakt medisch materieel in Kinshasa of over de grens te kopen, in Zambia of nog zuidelijker in Afrika. Dat gebeurde via tussenpersonen. Als gevolg daarvan wisten velen al lang niet meer wat de normale prijs van een artikel, product of stuk uitrusting was. De tussenpersonen verrijkten zich soms buiten elke proportie. Mijn zaak draait tamelijk goed, met ‘ups’ en ‘downs’. Ik ben nu een bekende leverancier in Lubumbashi, en we hebben klanten uit heel Katanga. Sommige klanten komen zelfs uit Kasai."

Expatriates

"De expatriates vormen een eigen wereldje, nieuwkomers uit Europa voelen zich gemakkelijk uitgesloten. De Congolese hoofdstad Kinshasa is erg fascinerend en multicultureel. In de provincie Katanga heerst nog een zeker paternalisme, een overblijfsel uit de koloniale periode. Dat gevoel lijkt geleidelijk weg te ebben."

De onderneemster heeft een heleboel adviezen voor Belgen die willen investeren in Congo. Vooral dan voor KMO’s die willen investeren. "Het probleem van de onveiligheid is erg betrekkelijk in Congo; alleen in het oosten heerst nog veel onveiligheid. Wie in Congo correct wil evolueren, moet de wetten en de sociale en fiscale wetgeving respecteren en simpel leven."

Grote bedrijven als Vodacom en Celtel deden zware investeringen waardoor telecommunicatie zelfs in grote delen van het Congolese binnenland mogelijk werd. "Veel Congolezen gebruiken tegenwoordig een gsm, een hele stap vooruit voor het land. Wie in het binnenland landbouw wil bedrijven, kan op die manier toch met de buitenwereld communiceren. Je ziet ook dat de mensen zelf her en der in het land wegen beginnen te herstellen. Van de Congolese staat is op dat vlak voorlopig weinig te verwachten. De heropbouw van het land is zo’n gigantische uitdaging dat je daarvoor vele jaren nodig hebt. Maar er worden wel enkele grote projecten uitgevoerd met de steun van de Wereldbank, de Europese Unie de Belgische Technische Coöperatie (BTC) en andere geldschieters."

Volgens Issumo is er in Congo plaats genoeg voor wie wil investeren. "De expatriates die hier sinds enkele generaties zitten, stellen de werkelijkheid soms nogal grimmig voor om mogelijke nieuwe ondernemers af te schrikken. Die mensen trekken niet weg uit Congo, gewoon omdat ze hier meestal nog steeds hun levensstandaard kunnen handhaven. Het argument dat ze geen overnemers voor hun bedrijven zouden vinden, snijdt niet altijd hout. Je ziet trouwens geregeld dat ze bijkomende investeringen uitvoeren. Er is vaak een hemelsbreed verschil tussen de woorden en de daden van de Belgen en andere expatriates die hier actief zijn."

Groeikansen

De zakenvrouw ziet groeikansen in alle sectoren. Congo heeft een grote nood aan investeringen in wegen, spoorwegen en waterwegen. In het onderwijs en de gezondheidszorg zijn er ook gigantische behoeften. De landbouw, de visvangst en de veeteelt moeten worden herontwikkeld om meer voedsel voor de bevolking te produceren en te exporteren. Alleen zo kan worden bereikt dat Congo niet langer afhankelijk is van de lastige invoer. De ingevoerde producten zijn vaak van een minderwaardige kwaliteit. Met zijn klimaat, de vele neerslag en de vruchtbaarheid van de grond heeft Congo aanzienlijke troeven op het vlak van de landbouw. In de ertsontginning is de situatie nogal complex. In die sector staat zeer veel op het spel, en de industriëlen die daarin investeren gedragen zich soms erg stoutmoedig. De Belgische industrieel Georges Forrest bouwde in de loop der jaren een groep uit die op een moderne manier wordt gerund. De Forrest-groep houdt rekening met de verzuchtingen van haar personeel."

Issumo vraagt zich af waarom het niet mogelijk zou zijn kleine, goedkope auto’s te assembleren in Congo. "Ford en Peugeot hadden vroeger zelfs
autofabrieken in Kinshasa." De wagens in Lubumbashi worden nu doorgaans ingevoerd vanuit het Golfstaatje Dubai.

Er zijn nog wel meer bedrijfstakken die grote mogelijkheden bieden. Denk aan het bouwen van woningen, stedebouwkundige projecten, de waterdistributie, de elektriciteitsverdeling. Dat zijn allemaal sectoren die op middellange termijn kunnen opbloeien. Qua horeca is Lubumbashi al behoorlijk bediend. "Maar in andere Congolese steden is zeker nood aan nieuwe hotels en restaurants. Het toerisme biedt ook
mogelijkheden, zolang er maar geen massatoerisme – met alle gevolgen vandien – wordt ontwikkeld. Het massatoerisme trekt zich vaak weinig aan van het milieu en de cultuur van het gastland."

Pesterijen

Volgens Issumo zal het pesten van ondernemers geleidelijk afnemen naarmate meer de investeringen groeien. "Als de Belgen of andere Europeanen niet gauw meer doen in Congo, blijft het hier een land voor avonturiers. Belgische zakenlui respecteren toch nog een aantal regels, veel van de Aziaten in Congo zijn op dat punt minder scrupuleus."

Het bankwezen in Lubumbashi werd aanzienlijk beter door de komst van nieuwe bankinstellingen. Het is nu veel gemakkelijker om geld te wisselen of over te maken, maar zulke transacties blijven wel duur. "In het bankwezen is al veel veranderd, maar er blijft nog veel te doen, de zeden zijn daar soms nog erg traditioneel." De zakenvrouw raadt nieuwkomers af een "business plan" naar Europees model op te stellen. "Je maakt hier geregeld verrassingen mee zodat zo’n plan toch niet te handhaven is. Wie hier actief wordt, moet in staat zijn soepel in te spelen op nieuwe ontwikkelingen."

Als groot bedrijf moet je ook willen investeren in het sociale welzijn van hun personeel (huisvesting), een schooltje of een ziekenhuis. Andere mogelijkheden zijn investeren in opleidingen en reconversie. "Zo geef je aan dat je geen eendagsvlieg bent. Dat is geen kwestie van kolonialisme of een nieuwe vorm van paternalisme. Je moet je gewoon opstellen als een partner van je personeel en investeren in de medewerkers. KMO’s hebben overigens de troef dat ze flexibel zijn en snel op de bal kunnen spelen.’

Meedoen aan een economische missie is volgens Issumo niet noodzakelijk de beste methode om het terrein te verkennen. "Je moet drie of vier keer per jaar ter plaatse zijn om echt voeling te krijgen met de Congolese realiteit." Jammer genoeg beperken Belgische investeerders zich tot contacten met Congolezen in het buitenland. Hun gebrek aan openheid leidt dikwijls tot vooringenomen beslissingen die niet inspelen op de werkelijkheid in Congo. "Onze diplomaten, de consulaire diensten, Congolese bedrijven met een moderne ingesteldheid en paters en nonnen zijn wel vaak een interessante bron van informatie."

Een heet hangijzer blijft de corruptie in Congo. "Het is perfect mogelijk om niet aan het corruptiespel mee te doen. Ik betaal gewoon alle taksen die ik moet storten, hou me ver van het informele circuit en doe niet mee aan gesjoemel. Je betaalt hier inderdaad nogal wat belastingen, op dat punt zou een zekere versoepeling welkom zijn. De gekozen manier van werken hangt nauw samen met de vraag of je al dan niet ethisch wilt ondernemen. Als lid van de Rotary-club is ethisch handelen fundamenteel bij alles wat ik doe. Voor investeerders die op lange termijn redeneren is zo’n aanpak uitermate belangrijk. Wie zijn handen verbrandt door mee te doen aan de corruptie, maakt zich alleen maar vatbaar voor chantagepraktijken. Zo iemand zal met allerlei extra kosten worden geconfronteerd en uiteindelijk ontmoedigd raken."

© Denis Bouwen, hoofdredacteur van www.congoforum.be en een van de ondervoorzitters van de vzw CongoForum.

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.