11-04-07 Mathias Eric Owona Nguini : VN-missie in Congo faalt.

 

Kan het uit de hand gelopen geweld in Congo een middel zijn om de ervaring van de lange overgangsperiode die het land de laatste maanden meemaakte, te hekelen?

 

Als men kan stellen dat het uit de hand gelopen geweld in Congo niet voldoende is om deze ervaring van overgang aan de kaak te stellen, dan kan daarentegen een herhaling van gelijkaardige feiten wel nieuwe bronnen van destabilisatie veroorzaken.  Deze gewelddadige incidenten verraden dat er zeker nog vijandigheid heerst tussen de verschillende protagonisten in de politieke kring. 

 

 

De botsing van 22 en 23 maart jongstleden lijken toch op een dieper liggende oorzaak te wijzen…

 

De confrontatie tussen de gewapende aanhangers van Jean Pierre Bemba en de Congolese gewapende troepen onder leiding van Joseph Kabila duiden zeker en vast op een drang van de betrokken partijen om het terrein af te bakenen.  President Kabila wilde vooral aantonen dat hij controle over macht en legitiem geweld heeft.  Voor de aanhangers van Bemba kwam het er vooral op neer om te tonen dat ze over de militaire middelen bezitten waarmee ze zich kunnen verdedigen tegen aanhangers van de politieke macht. 

 

 

Waarom heeft men na de verkiezing in oktober dit geweld geen halt kunnen toeroepen?

 

De presidentiële verkiezing waarbij Joseph Kabila als president naar voren kwam, was niet voldoende om de vijandigheid te doen verdwijnen, omdat de basis van dit sociaal en politiek conflict nog altijd autoritarisme en militarisme is.  Dit betekent dat verschillende politieke machten zich blijven positioneren ten opzichte van de vraag naar de hoeveelheid van geweld die elk van deze groepen heeft.  En om aan te tonen dat hij de situatie onder controle had, vond Kabila het nodig om naast zijn overmacht op politiek niveau, ook zijn controle op militaire macht in de schijnwerpers te zetten. 

 

Had men in dat geval dan al naar de stembus moeten trekken voor het einde van de ontwapening van milities?

 

In theorie leek het inderdaad meer gepast om na de ontwapening naar de verkiezingen te gaan, maar het was bijna onmogelijk om deze eis in praktijk om te zetten.  Dit om de eenvoudige reden dat het, gezien het klimaat van wantrouw tussen de verschillende partijen, uiterst moeilijk geweest zou zijn om te dwingen dat de leiders naar de verkiezing gaan zonder dat ze naar hun wapens zouden grijpen.

 

 

Met deze recente geweldplegingen in het achterhoofd, kan men zeggen dat president Joseph Kabila iets heeft goedgemaakt door de toegevingen die hij deed aan zijn tegenstanders toen hij zwakker was op militair gebied?

 

Voor het Congolese regime, dat met politieke en militaire concurrentie te kampen kreeg, was het inderdaad belangrijk toegevingen te doen om de gemoederen te sussen.  Maar toen dit eenmaal was bewerkstelligd en net op het moment waarop het regime de verkiezingen zou winnen, vond men het ook nodig om de overmacht op militair vlak te blijven bevestigen.  Zo wordt het duidelijk waarom de regering zijn terrein blijft afbakenen op militair niveau, ook al bezit het over voldoende middelen op politiek vlak. 

 

 

Duidt de zaak “Jean Pierre Bemba” op de moeite die een hoofd van rebellenmilities moet doen om zich tot een burgerlijk politicus om te dopen?

 

Het kan inderdaad moeilijk zijn voor een politiek en militaire leider om zich te bekeren tot een burgerlijk politiek leider.  Het verliezen van de gewapende troepen is een essentieel verlies, omdat men plots geen machtsmiddel meer achter de hand heeft om zich te doen gelden.  Maar het is eigenlijk vooral op politiek vlak dat de Congolese regering Jean Pierre Bemba vreest.  Het is Jean Pierre Bemba die een echte oppositie kan vormen en die het politiek spel kan ombuigen in de richting van een werkelijke democratisering.  Het is misschien net om een gelijkaardige evolutie te vermijden dat men erop stond om een politiek tegenstander uit te schakelen die zich wel eens kon omtoveren tot een leider van een  geloofwaardige oppositie. 

 

 

Is Jean Pierre Bemba, die bij de verkiezing in oktober 2006 een score van 42% behaalde, net daarom een stok in het wiel van Joseph Kabila?

 

Jean Pierre Bemba kan een stok in het wiel zijn van Joseph Kabila, als, op het vlak van macht, men niet van plan is om democratie duurzaam te maken, om een Congolese democratie te stichten op een stevige basis, dus niet alleen op institutioneel niveau, maar ook op het praktische niveau van de instellingen.  Als men een decoratieve democratie wil creëren, of een neo-coloniale, dan zou men geen enkele geloofwaardige tegenstander of sterke oppositie willen, of het nu Jean Pierre Bemba of iemand anders betreft.

 

 

Hoe kan men de metamorfose van president Joseph Kabila, die duidelijk harder optreedt terwijl hij eerder al vaker als een laks leider werd bestempeld, verklaren?

 

President Kabila is niet laks in dat opzicht.  Vanuit psychologisch standpunt bekeken, is hij inderdaad een gematigd en bedeesd man.  Maar dat verbergt de vastberadenheid die hij bezit als het op verdedigen en waarborgen van eigenbelang aankomt.  Ik denk eerder dat het strengere optreden van president Kabila een manier is om aan te tonen dat hij de macht in handen heeft.  De beste manier om deze macht te bevestigen, is aan het rebellenleger tonen dat hun troepen bedwongen kunnen worden door het nieuwe Congolese leger, dat gecontroleerd wordt door Kabila’s machtsapparaat. 

 

 

Het aangekondigd vertrek van Jean Pierre Bemba naar Portugal voor  – zoals men zegt – medische verzorging lijkt de regering van Kinshasa niet echt te plezieren.  Hoe moeten we deze beduchtheid opvatten?

 

Dat verrukt de regering niet noodzakelijk, als deze een hypothetische vervelende tegenstander – zelfs fysiek – zou willen uitschakelen.  Als dit de bedoeling zou zijn van de protagonisten uit het Kabila -regime, is het logisch dat ze terughoudend zijn bij de gedachte dat hun belangrijkste tegenspeler naar het buitenland vertrekt, waar hij zich eventueel tot een oppositieleider kan omvormen, zelfs in ballingschap.

 

 

Zelfs als de ambassadeur van Portugal beweert dat hij, eenmaal in ballingschap, geen enkele politieke activiteit kan ondernemen…

 

Men kan in theorie perfect beloven dat men, eenmaal in ballingschap, geen politieke acties meer kan ondernemen.  Maar men kan toch een bepaalde vrijheid behouden en toch nog aanhangers wegwijs  maken, die zich in het land van herkomst bevinden, of die in buurlanden van het land waar men in ballingschap is verblijven. 

 

 

Denkt u dat president Kabila zijn veto zal stellen tegen Jean Pierre Bemba om het land te verlaten?

 

Het uiteindelijke standpunt van de president zal afhangen van de interventie van Westerse grootmachten en van Congo’s grote geldschieters.  Als al deze partijen willen dat de gemoederen bedaren, toch op zijn minst onder de vorm van een uitwijzing van Jean Pierre Bemba, dan zal de president verplicht zijn om zich hierbij aan te sluiten, tenminste als hij het vertrouwen van een internationale gemeenschap, die hij hard nodig had bij de verkiezingen, wil behouden.

 

 

De Europese Unie beschouwt het militaire verzet van de Congolese groepen tegen de garde van Bemba nochtans als een voortijdige actie.  De SADC (Southern African Development Community), waarvan Congo deel uitmaakt, geeft eerder haar goedkeuring aan het initiatief, want ze zou graag een herstel zien van de autoriteit van de staat.  Hoe moet men deze posities opvatten?

 

De leiderskring van de SADC bestaat uit staatshoofden die de regering van Kabila hebben gesteund in zijn oorlog tegen verschillende politieke en militaire krachten, die de Democratische Republiek Congo zowel op politiek als op territoriaal vlak hadden doen wankelen.  Als de Europese Unie daarentegen in bepaalde mate steun gaf aan de regering van Kabila, was het in het kader van een democratiseringsproces, waarbij politieke en politiek-militaire machten van Congo één geheel moesten vormen.  Vanaf het ogenblik dat de Europese Unie vindt dat er te vroeg sprake van geweld is dat mogelijk het vertrouwen tussen de verschillende partijen kan schaden, dan kan ze zich eerder afwachtend opstellen ten opzichte van de evolutie van het regime, die op zijn minst conjunctureel is, en dan kan ze inderdaad een gevoel van wantrouwen uiten tegenover de regering.

 

 

Bestaat de kans dat de verschillende standpunten van de SADC en de Europese Unie op lange termijn een crisisherstel in de weg zullen staan? 

 

De posities die de EU en de SADC innemen, zouden een crisisherstel kunnen hinderen als, men – aan de zijde van de regering alsook aan die van de oppositie – de verschillende gewelddadige incidenten die plaatsvonden tussen het Congolese leger en de aanhangers van Jean Pierre Bemba als vertrekpunt zouden nemen om het conflict opnieuw te lanceren.  Anders zal de evolutie, die plaats zou kunnen vinden, wel te controleren zijn. 

 

 

Welke is de rol van Zuid-Afrika in de Congolese crisis als men ermee rekening houdt dat de Zuid-Afrikaanse ambassade in Kinshasa aan Bemba onderdak geeft?

 

Strategisch gezien vormt het Congolese grondgebied een belangrijk terrein voor Zuid-Afrika.  Als men kijkt naar de structurele capaciteit van dit land, naar zijn uitzonderlijke uitrusting, is het een uitgelezen terrein om het continentale leadership van Zuid-Afrika te bewerkstelligen.  Dat kon gebeuren door het regime van Kabila te steunen tijdens de periode van confrontatie tussen het regime en verschillende politieke-militaire troepen die in de burgeroorlog Congo doorkruisten.  Maar dat kan men ook zien aan de moeite die Zuid-Afrika doet om zich aan een interventie te wagen om zo één van de Congolese  oppositieleiders te beschermen.  Dat toont aan dat Zuid-Afrika over een bepaalde macht beschikt om acties te ondernemen in Congo en dat ze invloed kan uitoefenen op de politieke spelers in Congo. 

 

 

Maar welk belang heeft Zuid-Afrika er precies bij om een leider te steunen die op politiek vlak gehavend is?

 

Door Jean Pierre Bemba te steunen, wil Zuid-Afrika tonen dat ze democratisch gezind is en dat ze een model wil steunen waarbinnen men oppositie verdraagt.  Ze wil aantonen dat ze een voorbeeld vormt van tolerantie en van democratisch pluralisme.  Zuid-Afrika gebruikt de situatie in Congo dus om haar houding te verduidelijken. 

 

 

Kan men wel van een democratisch gezinde houding praten als men een leider steunt die weigert om zijn overbezette troepen te ontwapenen?

 

In de houding van Jean Pierre Bemba zitten elementen die wijzen op ervaring van een voormalig politiek en militair leider, die niet noodzakelijk naar een democratie neigt.  Maar er is ook duidelijk een attitude herkenbaar die veiligheid beoogt en die vanuit dat oogpunt dan ook begrijpelijk is.  Het fundamentele probleem bij Bemba is dat hij geen vertrouwen heeft in de militairen die hem moeten beschermen.  Hij zou nog liever enkele krachten uit zijn eigen garde bewaard hebben, want daar was hij zeker van loyaliteit en trouw.  Ik denk niet dat er in de houding van Jean Pierre Bemba enkel elementen zitten die de intolerantie van een oude oorlogsaanvoerder onthullen.  Een gevoel van ongerustheid van de oorlogsaanvoerder die evolueerde naar oppositieleider, is ook duidelijk voelbaar bij Bemba. 

 

 

Een troep van ongeveer 600 soldaten?

 

Men mag niet vergeten dat men uit een lange periode van conflict komt en dat er nog heel wat verbittering en wrok bestaan tussen de verschillende partijen.  Het is begrijpelijk dat gewezen politiek-militaire leiders zich nog niet helemaal veilig voelen, ondanks de eerste stappen die genomen zijn naar democratie. 

 

 

Welke is vandaag de invloed van landen als Rwanda en Oeganda op Congo? 

 

Rwanda en Oeganda bewaren contacten met oorlogsleiders zoals Jean Pierre Bemba, leiders uit verschillende delen van Congo die men gesteund of gesponsord heeft.  Deze buurlanden onderhouden ook relaties met de verschillende oppositieleiders.  Dat betekent dus dat Oeganda en Rwanda nog steeds in het Congolese politieke potje kunnen roeren.  Het is dus gepast voor deze landen om zich niet op zo een manier te mengen waardoor de crisis opnieuw gelanceerd zou worden. 

 

 

Vindt u dat de missie van de VN geslaagd is? 

 

Wat betreft het organiseren van de acties, lijkt het me eerder dat de Missie van de Verenigde Naties in Congo erg zwak was.  Ze had haar kracht kunnen tonen door te verhinderen dat de confrontatie tussen het Congolese leger en de gewapende aanhangers van Bemba zich zou uitbreiden en dat ze nog meer slachtoffers zou maken.  Men heeft dus gefaald. 

 

 

Wat heeft de afwezigheid van de VN bij de confrontatie kunnen rechtvaardigen?

 

Dat is een probleem van totale verlamming tijdens besluitvorming.  Vanaf het moment dat de troepen in conflict geraken met de militaire groepen die – naar eigen zeggen –  Bemba steunen, is het heel moeilijk om onmiddellijk in actie te schieten voor degenen die de troepen van de VN-missie leiden. 

 

 

En als laatste, in het licht van de recente confrontatie, welke zijn de perspectieven naar de toekomst?

 

Als men wil dat er nieuwe organen gecreëerd worden en duurzaam blijven, heeft men er volgens mij alle belang bij om pragmatisch ingesteld te zijn.  Dat betekent concreet dat de autoriteiten van de macht in Kinshasa toegevingen moeten doen en geen politiek moeten voeren waarbij men Jean Pierre Bemba van de schaakmat wil vegen.  Die politiek zal namelijk autoritaire aanhangers aanmoedigen en een gevoel van vijandigheid tussen de verschillende groepen creëren.  En dat kan natuurlijk weer tot oorlog leiden.  De machten en de verschillende geldschieters van Congo moeten – als ze oprecht zijn – druk uitoefenen op Joseph Kabila en zijn regering om een beveiligd bestaan van een oppositie te aanvaarden.  Maar men zal ook Bemba moeten opleggen, boven wiens hoofd het zwaard van Damocles hangt, om een gematigd en vreedzaam politiek spel te spelen, waarbij elke verleiding tot een staatsgreep uitgesloten is.      

 

 

© Claude Tadjon, 11.04.07

 

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.