14.11.11 Johan Swinnen: "Laten we investeren in sterke banden tussen Congolezen en Belgen" (CongoForum)

Kigali was de eerste ambassadeurspost van Johan Swinnen, van augustus 1990 tot april 1994. Tien jaar later, in 2004, keerde hij terug naar Centraal-Afrika als ambassadeur in Kinshasa. Die functie bekleedde Swinnen tot eind 2008. Sinds kort is de diplomaat met pensioen.

In Rwanda was Johan Swinnen minder getuige van de genocide dan van de moeilijke maar ook boeiende jaren die eraan voorafgingen. “In die jaren werd Rwanda immers geconfronteerd met een dubbele, vervlochten uitdaging”, vertelt hij aan CongoForum. “Het interne democratiseringsproces doorvoeren en tot een vergelijk komen met het FPR van Paul Kagame. Verwoede en volgehouden inspanningen om de gematigde krachten en het politieke centrum aan te moedigen en te begeleiden, konden niet vermijden dat de polarisering en de radicalisering het land in de gruwel van de volkenmoord stortten.”

Zes dagen na de aanslag op het vliegtuig van de Rwandese president Juvénal Habyarimana, op 6 april 1994, werd Swinnen samen met mijn gezin en de overgrote meerderheid van de Belgische en internationale gemeenschap geëvacueerd.

CongoForum: Gedurende een periode van zowat vier jaar was u de Belgische ambassadeur in Kinshasa. Welke herinneringen heeft u aan die tijd in Kinshasa overgehouden?

Johan Swinnen: “Laat me toch vooral onderstrepen dat ik er meer goede dan minder goede herinneringen aan overhoud. Ik vind Kinshasa overigens nog altijd een van de boeiendste posten die een Belgisch diplomaat te beurt kunnen vallen. Mijn vrouw en ik – de kinderen waren het ouderlijk huis al ontgroeid, maar kwamen wel geregeld op bezoek – waren erg gemotiveerd. De Congolezen noemden mijn vrouw, die haar prille jeugd (van 1952 tot 1959) in Leopoldstad had doorgebracht, “une enfant du pays”. Ikzelf vond het niet onaardig de eerste Belgische diplomaat te zijn die in alle drie gewezen kolonies aan de slag kon. Onze eerste post was trouwens Bujumbura van 1978 tot 1982.”

“Uiteraard waren de politieke ontwikkelingen erg stimulerend: de internationale gemeenschap had als het ware een mandaat gekregen om de transitie naar democratische instellingen te begeleiden via onder meer de presidents-en parlementsverkiezingen van 2006. Een diplomaat, en toch zeker de Belgische ambassadeur, had zijn rol te spelen in dit belangrijke proces. Dit proces vond niet plaats zonder haperingen of zelfs ernstige onlusten, zoals u weet. En toch kon je overal in Congo die felle democratische verzuchting heel sterk ervaren, die diepe hunkering naar beter bestuur en naar meer rechtvaardigheid, welzijn en welvaart. Ik bewaar de beste herinneringen aan talrijke gesprekken met waardige burgers, die visie en engagement ontwikkelden, zowel op het politieke forum als in het maatschappelijk middenveld, de zogenaamde ‘société civile’. Het geeft professionele en ook morele voldoening die positieve krachten te kunnen aanmoedigen en bovendien, en misschien zelfs vooral, naar hen te luisteren en veel wijsheid van hen op te steken!”

“Mijn eigen landgenoten hielpen me goed hierbij, in de eerste plaats een heel goede ploeg op de ambassade maar ook vrienden in het bedrijfsleven, in de media, missionarissen en zusters, cultuurdragers en ngo-verantwoordelijken. We zochten ze op tot ver in het binnenland. Dat was voor ons geen ‘karwei’, wel een aangename invulling van een menselijke onderneming après tout.”

“Ondanks de vele frustraties en zelfs ontgoochelingen, die we onmiskenbaar in onze verkenning opliepen, ben ik nog altijd sterk overtuigd dat we de sterke banden tussen Belgen en Congolezen moeten vrijwaren en hierin moeten investeren. We zullen er met zijn allen wel bij varen, als we ons laten leiden door wederzijds respect, dat wederzijds vertrouwen genereert. In zo’n gezonde relatie mag er af en toe wel eens een onvertogen of hard woord vallen. En daartoe heb ik me meer dan één keer laten verleiden…”

CongoForum: Hoe kijkt u aan tegen de nieuwe Congolese verkiezingen?

Johan Swinnen: “Net zoals vijf jaar geleden gaat het om een gigantische onderneming die enorm veel spelers, energie, inzet en middelen mobiliseert. Een reusachtige uitdaging met uiteraard hooggespannen verwachtingen. We kennen de aantallen stembussen, stemhokjes en stembrieven, stembureaus en ‘kiesagenten’, kandidaten en partijen, nationale en internationale waarnemers. Maar we weten ook hoe moeilijk het is om het allemaal bij de kiezer te brengen in dit onmetelijke land met zijn kapotte infrastructuur. Laten we vooral hopen dat alles ordelijk verloopt, in een “climat apaisé”, waarbij het civisme het niet moet afleggen tegen provocaties en haatdiscours, en waarbij zoveel mogelijk campagnekansen worden geboden aan alle kandidaten. De huidige machthebbers moeten beseffen dat hun democratisch engagement mee zal getoetst worden aan hun bereidheid om ook de ‘contestatie’ en de oppositie aan het woord te laten.”

“Wij Belgen en westerlingen moeten niet te veel onze eigen democratische cultuur en methodes –zijn trouwens onze recepten nog zo zaligmakend? – opdringen maar wel alle ruimte laten voor de ontwikkeling van een democratiseringsproces met een authentiek Afrikaans karakter. Daarom is het goed dat de Congolese inbreng voor financiële en logistieke ondersteuning bij deze verkiezingen al belangrijker is dan vijf jaar geleden, toen het gros van die inspanningen door de internationale gemeenschap en vooral door de Europese Unie werd verzekerd. Als die inbreng uit het buitenland niet verder vermindert, riskeert een verkiezing, hoe geloofwaardig ook als democratische hefboom, toch nog gezien te worden als een westers importproduct. Dat zou toch echt jammer zijn.”

“Bovendien, en die opvatting dringt toch ook bij ons door, mee dank zij de G1000, mogen verkiezingen niet worden beschouwd als de enige hefboom voor democratie. Staats- en samenlevingsopbouw vergt meer dan een stembusgang. Goed bestuur, rechtszekerheid, behoorlijk onderwijs, naleving van mensenrechten, een performante diplomatie, om niet meer te noemen, zijn toch ook essentiële elementen van een volwassen democratie.”

“Precies daarom is het volgens mij toch betreurenswaardig dat er nog altijd geen lokale verkiezingen plaatsvonden. Je kan begrip hebben voor het scenario van een post-conflictsituatie waarbij er eerst wordt getimmerd aan de democratische bovenbouw. Maar naarmate dit proces aan maturiteit wint, moet ook de onderbouw, de lokale verankering, de nodige aandacht krijgen.”

CongoForum: Hoe schat u de kansen van de belangrijkste presidentskandidaten – Joseph Kabila, Etienne Tshisekedi, Vital Kamerhe, Léon Kengo wa Dondo – in? Maakt iemand uit de oppositie een ernstige kans om president Kabila te verslaan bij de verkiezingen?

Johan Swinnen: “Het zou ongepast zijn om me daarover uit te spreken of er mij zelfs maar aan te wagen. Ik ken deze vier en nog andere kandidaten persoonlijk en ik heb voor elk van hen zeker een idee wat hun kwaliteiten en tekortkomingen zijn. Wat me vooral belangrijk lijkt, is een sereen en veilig verloop van de kiescampagne en een correct en eerlijk management van de stembusgang. Daaruit moet de overwinnaar zijn legitimiteit putten maar ook de ambitie om zich in te zetten voor het nationaal belang en voor de nieuwe emancipatie van Congo, waarin elke burger zichzelf en zijn waardigheid terugvindt en herkent, en zich trots en verantwoordelijk voelt. De burger zal zich gemakkelijker met deze ambitie vereenzelvigen naarmate de verkozene leiderschap en integriteit uitstraalt.”

CongoForum: U kent het politieke landschap in Congo goed. Ziet u binnen of buiten de politieke klasse figuren die met brio de taak van president zouden kunnen vervullen? Mensen die de Congolezen echt kunnen bezielen en die bakens kunnen verzetten in dit land met zijn enorme mogelijkheden?

Johan Swinnen: “Ik ben bijna drie jaar uit Congo weg, wat helemaal niet betekent dat het land uit mijn interesseveld is verdwenen, wel integendeel. Maar dat is niet genoeg om te beweren dat ik nog sterk vertrouwd ben met het politieke landschap. En toch moet ik ook vaststellen dat er ondertussen niet zó veel nieuwe figuren of nieuwe politieke constellaties zijn ontstaan. Het is mijn vaste overtuiging dat politiek talent overvloedig aanwezig is, ook in de civiele maatschappij. Vrouwen en mannen, jongeren en ouderen, die zich kunnen onttrekken aan een onmiddellijk, korte termijnbelang en die niet gegijzeld worden door een regionaal, familiaal of stammenbelang, hebben me altijd aangesproken. Niet dat die belangen niet mogen worden verdedigd , integendeel, maar een echte leider mag zich niet alleen daardoor laten leiden. Congolezen dromen van een chef waarin ze zich kunnen herkennen, die hen vertrouwen geeft en van wie hij vertrouwen terugkrijgt om de patriottische reflex en het besef van eigen waardigheid weer op te vijzelen.”

CongoForum: Heeft u – door uw contacten – enig idee hoe de sociale omstandigheden in Congo evolueerden sinds uw vertrek uit Kinshasa? Er zijn indicaties dat die zeker niet verbeterden.

Johan Swinnen: “Natuurlijk zijn er geen spectaculaire resultaten geboekt. Maar kan dat wel op zo’n korte tijd? Belangrijk is wel dat er enige beterschap is en komt. Nog belangrijker is de aanwezigheid van perspectief, vertrouwen in de toekomst. Dat vertrouwen weekt energie en ambities, discipline en werklust los. De mensen moeten toch kunnen inzien dat democratie iets oplevert. Burgers zullen geen geloof hechten aan verkiezingen en democratie als de bevolking verder verarmt, als de boer zijn oogsten moet laten rotten omdat er geen transport is, als de student geen bekwaamheden aanleert en zit opgezadeld met een gedevalueerd diploma, als bepaalde epidemiën opnieuw opduiken, als het vertrouwen in justitie afneemt en als het leger meer bedreiging dan bescherming betekent en de corruptie op alle niveaus voort tiert. Nogmaals, mij is het niet alleen te doen om het succes van de nakende verkiezingen maar ook om het gebruik van de werktuigen die de politici daardoor aangereikt krijgen.”

CongoForum: De sterke aanwezigheid van de Chinezen in Congo kan niemand ontgaan. Hoe schat u de rol van de Chinezen in? Welke punten zijn positief of negatief aan hun aanwezigheid?

Johan Swinnen: “We moeten ons zeker niet nukkig opstellen, niet verongelijkt in een hoekje gaan mokken, en ons niet van Congo afkeren om plaats te maken voor Chinezen en andere Pakistanen of Indiërs. De Congolese leiders moeten zelf oordeelkundig optreden en transparantie nastreven in hun deals met de Chinezen. In mijn Congolese tijd pleitte ik voor die transparantie en vroeg ik aan mijn Chinese collega waarom hij zich zo weinig manifesteerde in allerlei overlegcomités waarin de ‘bailleurs de fonds’ (geldschieters) hun programma’s samen met de Congolese autoriteiten coördineerden.”

“Antagonistische reflexen zijn niet goed. Ik ben er inderdaad van overtuigd dat we wel tot synergieën en win-win-situaties kunnen komen, samen met de Chinezen en andere partners. ‘Globalisation et mondialisation obligent’, maar de Congolese leiders moeten de regie wel goed in handen houden.”

CongoForum: De Belgen die ondernemen in Congo zijn niet bijster talrijk meer. Het zijn vaak mensen die al tientallen jaren in Congo zitten, het klappen van de zweep kennen en wel bestand zijn tegen een stootje. Moet je een ‘dubbeldik olifantenvel’ hebben om ondernemer te kunnen zijn in Congo?

Johan Swinnen: “Wat u zegt klopt, maar misschien toch niet helemaal. Er zijn wel wat Belgen die de draad weer opnemen, zoals de Chanic-scheepswerven in Kinshasa. Onze Belgisch-Congolese Kamer van Koophandel levert verdienstelijke inspanningen. De economische en handelsvertegenwoordiger bij de ambassade is bijzonder actief. Kijk ook naar de programma’s die onze havens uitwerken.”

“Maar u heeft gelijk. Je moet heel wat geduld hebben en immuun zijn voor vele weerbarstigheden. Toch zullen we vroeg of laat toch een economische ‘take-off’ in Congo zien, denk ik. Sinds enkele jaren worden er flinke groeicijfers opgetekend, ook elders in Afrika. Onze bedrijven mogen die trein of dat vliegtuig niet missen. Maar het heeft geen zin om op te roepen tot investeringen als de Congolezen tegelijkertijd geen vooruitgang boeken op bepaalde vlakken: ze moeten een gezond zakenklimaat bevorderen waarin de rechtszekerheid kan gedijen; en er moet een einde komen aan administratieve en andere pesterijen die meer met corruptie dan met welvaartsbevordering te maken hebben. Het zou nogal naïef zijn blindelings in investeringsavonturen te stappen zonder zich te vergewissen van de invulling van die essentiële voorwaarde.”

“Trouwens, een beter ondernemingsklimaat moet vooral de Congolese middenklasse aanspreken, die op haart beurt initiatief en het voortouw kan nemen bij het aantrekken van buitenlandse investeringen. De Belgische overheid zou zo’n proces zelfs kunnen begeleiden door een voorzet én een kader aan te reiken waarbij belangrijke investeerders en Afrika-kenners nadenken en van gedachten wisselen over een economische strategie richting Congo en zelfs andere Afrikaanse landen. Het zou een gepaste aanvulling kunnen betekenen voor onze ontwikkelingssamenwerking. We moeten daar niet flauw over doen. Onze belangen in Congo zijn niet alleen humanitair. Er is niks mis met Belgische bedrijven die in Congo jobs en expertise creëren en bovendien winst maken. Sommige programma’s van ontwikkelingssamenwerking zouden daarbij nog meer kunnen aansluiten zoals de opleiding van ambtenaren, bevordering van de rechtsstaat, steun aan een business-school enzovoort.”

CongoForum: Het zou prachtig zijn om opnieuw meer Belgen te zien die de hand aan de ploeg willen slaan in Congo en die projecten willen lanceren in de landbouw of andere sectoren. Bent u in dat opzicht optimistisch? Waar ziet u mogelijkheden?

Johan Swinnen: “Uw verwijzing naar de landbouw vind ik zeer terecht. Het is voldoende geweten dat Congo over een rijke ondergrond beschikt, het landbouwpotentieel van het land is minstens even aanzienlijk. Ik was sterk getroffen, tijdens een werkbezoek aan de Sankuru-regio in het centrum van Congo, door de honderden hectaren ontgonnen groentevelden waar niet meer geplukt werd bij gebrek aan transportmogelijkheden. Daarom is een verbetering van transport en mobiliteit eveneens van groot en zelfs van prioritair belang. Als die landbouwer van de Sankuru zijn fruit en groenten naar de markt kon brengen en commercialiseren, zou zijn inkomen ook voor een deel naar onderwijs en medische zorgen voor zijn gezin kunnen gaan. Grotere mobiliteit van goederen en personen kan belangrijke ‘multiplicatoreffecten’ teweegbrengen, met ook gunstige effecten op onderwijs, opleiding en volksgezondheid.”

“Congo voert visproducten in uit het buitenland terwijl de stromen en rivieren aanzienlijke, onontgonnen visvoorraden herbergen. De hulporganisaties kopen mais van slechte kwaliteit terwijl de plaatselijke productie, van veel betere kwaliteit, wegens de aangehaalde redenen, niet verkocht geraakt. Nog een voorbeeld. Het Congolese hydraulische bekken is zo ontzaglijk groot dat het energie zou kunnen produceren voor heel Afrika en zelfs een groot deel van Europa. Allemaal gemiste kansen wegens een gebrek aan strategie, verkeerde doelstellingen, of gewoon gebrek aan vertrouwen, visie en ambitie.”

“België moet er niet alleen aan sleutelen. Eerst de Congolezen zelf natuurlijk, die zijn verstandig en vindingrijk genoeg. Maar er mag ook wat meer coherentie betracht worden tussen de hulpverlenende landen, geholpen door de dynamiek van hun grote en kleinere bedrijven.”

CongoForum: Kunnen we niet met jonge Belgen meer beginnen te doen in Congo, samen met de Congolezen?

Johan Swinnen: “De minder jonge Belgen zou ik zeker nog niet afschrijven. Ik vind zelfs dat we de opgebouwde en nog altijd valabele ‘expertise’ te weinig benutten. Instellingen als het Tropisch Instituut voor Geneeskunde (ITG) in Antwerpen en het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA) in Tervuren betekenen heel veel voor onszelf en Congo alsook voor het mondiaal wetenschappelijk patrimonium. Ik zag en zie ook minder jonge dokters van Artsen zonder Vakantie of ervaren professoren en vorsers als Filip Reyntjens en Luc Tack zich volop inzetten, op het terrein. En ook een ambassadeur mag al grijze haren hebben. Bij onze oudere politici bestaat er gelukkig ook heel actieve belangstelling met een heel moderne kijk op de zaken. Ik zag ook oudere missionarissen en zusters met de energie en overtuiging van een dertiger. Congo houdt ze kennelijk jong!”

“Maar u heeft een punt. Is het niet hoopgevend te kunnen vaststellen dat ook heel wat jongeren het prachtige Congo-boek van David Van Reybrouck hebben gelezen? Ik was erbij toen hij onlangs in het kasteel van Westerlo aan zowat honderd jongeren uitlegde dat er wel wat verbanden kunnen worden gelegd tussen de prille Congolese democratie en de enigszins vastgereden westerse democratie, die best wat smeerolie kan gebruiken en een onderhoudsbeurt mag krijgen. En dat we toch één en ander van elkaar kunnen leren. De boeken en uitzendingen van Vranckx, Verlinden, Zinzen en Poppe trekken ook jongeren aan. In Franstalig België is het niet anders.”

“In deze tijden van economische en zelfs maatschappelijke crisis is het goed zich te wapenen tegen navelstaarderij en een terugplooiingsreflex. Niet met de vlucht (naar Afrika) vooruit, zoals ik wel een enkele keer in de ngo-wereld heb vastgesteld, maar met rijpe inzichten. Ook in de bedrijven die actief zijn in Congo zie ik opnieuw jonge gezinnen verschijnen.”

“Ik ben erg onder de indruk als ik zie hoe het Centre Wallonie-Bruxelles (CWB) in Kinshasa jonge dynamiek kan mobiliseren. Dat doet ook een Jan Goossens van de Brusselse KVS. Ik zag ook het enthousiasme van jonge medewerkers van Artsen zonder VaKantie, Damiaanactie, Chaîne de l’Espoir, SOS Kinderdorpen, Handicap International, Ziekenhuis voor Ziekenhuis, Music Fund enzovoort. Spijtig dat ik ze niet allemaal kan opsommen, want ik zou nog lang kunnen doorgaan.”

“Het is mijn hoop dat ook de Vlaamse diplomatie en ontwikkelingssamenwerking zich meer op Congo zal richten. De aanwezigheid van de Vlaamse Gemeenschap in Zuid-Afrika en Mozambique is zeer betekenisvol. Vlaanderen zou ook in Congo mooie synergieën kunnen ontwikkelen.”

CongoForum: Het bekende Hotel Memling in Kinshasa wordt nog altijd beheerd door de curator van Sabena, Christian Van Buggenhout. Die verklaarde recent dat hij hoopt het hotel in 2012 te kunnen verkopen. Zou het niet verstandig zijn dit hotel in Belgische handen te houden? En zijn daar nog kandidaten voor te vinden volgens u?

Johan Swinnen: “Ik ontmoette Christian Van Buggenhout diverse keren in Kinshasa en apprecieerde zijn gedrevenheid zeer zeker. Mijn vermoeden is dat ook hij graag een overname door Belgen zien gebeuren. Van Buggenhout maakte van de Memling een gezond bedrijf. Ik besef ook erg goed hoe een sterk gerund hotel ook een instrument kan zijn voor interactie met de ambassade en het imago van ons land een zeker profiel kan aanmeten. Maar wie ben ik om te beweren dat er geen andere overwegingen kunnen meespelen, temeer daar er vermoedelijk heel wat kandidaten zouden kunnen opdagen?”

CongoForum: Heeft u nog plannen om naar Congo of Centraal-Afrika te reizen en daar mee te werken aan initiatieven allerhande?

Johan Swinnen: “Natuurlijk zou ik dat erg graag doen. Congo laat me niet los. Ik hoop van harte dat de hoop en het vertrouwen in de toekomst, die ik met zovelen deel, niet beschaamd worden.”

© CongoForum – Denis Bouwen, 14.11.11

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.

14.11.11 Johan Swinnen: "Laten we investeren in sterke banden tussen Congolezen en Belgen" (CongoForum)

Kigali was de eerste ambassadeurspost van Johan Swinnen, van augustus 1990 tot april 1994. Tien jaar later, in 2004, keerde hij terug naar Centraal-Afrika als ambassadeur in Kinshasa. Die functie bekleedde Swinnen tot eind 2008. Sinds kort is de diplomaat met pensioen.

In Rwanda was Johan Swinnen minder getuige van de genocide dan van de moeilijke maar ook boeiende jaren die eraan voorafgingen. “In die jaren werd Rwanda immers geconfronteerd met een dubbele, vervlochten uitdaging”, vertelt hij aan CongoForum. “Het interne democratiseringsproces doorvoeren en tot een vergelijk komen met het FPR van Paul Kagame. Verwoede en volgehouden inspanningen om de gematigde krachten en het politieke centrum aan te moedigen en te begeleiden, konden niet vermijden dat de polarisering en de radicalisering het land in de gruwel van de volkenmoord stortten.”

Zes dagen na de aanslag op het vliegtuig van de Rwandese president Juvénal Habyarimana, op 6 april 1994, werd Swinnen samen met mijn gezin en de overgrote meerderheid van de Belgische en internationale gemeenschap geëvacueerd.

CongoForum: Gedurende een periode van zowat vier jaar was u de Belgische ambassadeur in Kinshasa. Welke herinneringen heeft u aan die tijd in Kinshasa overgehouden?

Johan Swinnen: “Laat me toch vooral onderstrepen dat ik er meer goede dan minder goede herinneringen aan overhoud. Ik vind Kinshasa overigens nog altijd een van de boeiendste posten die een Belgisch diplomaat te beurt kunnen vallen. Mijn vrouw en ik – de kinderen waren het ouderlijk huis al ontgroeid, maar kwamen wel geregeld op bezoek – waren erg gemotiveerd. De Congolezen noemden mijn vrouw, die haar prille jeugd (van 1952 tot 1959) in Leopoldstad had doorgebracht, “une enfant du pays”. Ikzelf vond het niet onaardig de eerste Belgische diplomaat te zijn die in alle drie gewezen kolonies aan de slag kon. Onze eerste post was trouwens Bujumbura van 1978 tot 1982.”

“Uiteraard waren de politieke ontwikkelingen erg stimulerend: de internationale gemeenschap had als het ware een mandaat gekregen om de transitie naar democratische instellingen te begeleiden via onder meer de presidents-en parlementsverkiezingen van 2006. Een diplomaat, en toch zeker de Belgische ambassadeur, had zijn rol te spelen in dit belangrijke proces. Dit proces vond niet plaats zonder haperingen of zelfs ernstige onlusten, zoals u weet. En toch kon je overal in Congo die felle democratische verzuchting heel sterk ervaren, die diepe hunkering naar beter bestuur en naar meer rechtvaardigheid, welzijn en welvaart. Ik bewaar de beste herinneringen aan talrijke gesprekken met waardige burgers, die visie en engagement ontwikkelden, zowel op het politieke forum als in het maatschappelijk middenveld, de zogenaamde ‘société civile’. Het geeft professionele en ook morele voldoening die positieve krachten te kunnen aanmoedigen en bovendien, en misschien zelfs vooral, naar hen te luisteren en veel wijsheid van hen op te steken!”

“Mijn eigen landgenoten hielpen me goed hierbij, in de eerste plaats een heel goede ploeg op de ambassade maar ook vrienden in het bedrijfsleven, in de media, missionarissen en zusters, cultuurdragers en ngo-verantwoordelijken. We zochten ze op tot ver in het binnenland. Dat was voor ons geen ‘karwei’, wel een aangename invulling van een menselijke onderneming après tout.”

“Ondanks de vele frustraties en zelfs ontgoochelingen, die we onmiskenbaar in onze verkenning opliepen, ben ik nog altijd sterk overtuigd dat we de sterke banden tussen Belgen en Congolezen moeten vrijwaren en hierin moeten investeren. We zullen er met zijn allen wel bij varen, als we ons laten leiden door wederzijds respect, dat wederzijds vertrouwen genereert. In zo’n gezonde relatie mag er af en toe wel eens een onvertogen of hard woord vallen. En daartoe heb ik me meer dan één keer laten verleiden…”

CongoForum: Hoe kijkt u aan tegen de nieuwe Congolese verkiezingen?

Johan Swinnen: “Net zoals vijf jaar geleden gaat het om een gigantische onderneming die enorm veel spelers, energie, inzet en middelen mobiliseert. Een reusachtige uitdaging met uiteraard hooggespannen verwachtingen. We kennen de aantallen stembussen, stemhokjes en stembrieven, stembureaus en ‘kiesagenten’, kandidaten en partijen, nationale en internationale waarnemers. Maar we weten ook hoe moeilijk het is om het allemaal bij de kiezer te brengen in dit onmetelijke land met zijn kapotte infrastructuur. Laten we vooral hopen dat alles ordelijk verloopt, in een “climat apaisé”, waarbij het civisme het niet moet afleggen tegen provocaties en haatdiscours, en waarbij zoveel mogelijk campagnekansen worden geboden aan alle kandidaten. De huidige machthebbers moeten beseffen dat hun democratisch engagement mee zal getoetst worden aan hun bereidheid om ook de ‘contestatie’ en de oppositie aan het woord te laten.”

“Wij Belgen en westerlingen moeten niet te veel onze eigen democratische cultuur en methodes –zijn trouwens onze recepten nog zo zaligmakend? – opdringen maar wel alle ruimte laten voor de ontwikkeling van een democratiseringsproces met een authentiek Afrikaans karakter. Daarom is het goed dat de Congolese inbreng voor financiële en logistieke ondersteuning bij deze verkiezingen al belangrijker is dan vijf jaar geleden, toen het gros van die inspanningen door de internationale gemeenschap en vooral door de Europese Unie werd verzekerd. Als die inbreng uit het buitenland niet verder vermindert, riskeert een verkiezing, hoe geloofwaardig ook als democratische hefboom, toch nog gezien te worden als een westers importproduct. Dat zou toch echt jammer zijn.”

“Bovendien, en die opvatting dringt toch ook bij ons door, mee dank zij de G1000, mogen verkiezingen niet worden beschouwd als de enige hefboom voor democratie. Staats- en samenlevingsopbouw vergt meer dan een stembusgang. Goed bestuur, rechtszekerheid, behoorlijk onderwijs, naleving van mensenrechten, een performante diplomatie, om niet meer te noemen, zijn toch ook essentiële elementen van een volwassen democratie.”

“Precies daarom is het volgens mij toch betreurenswaardig dat er nog altijd geen lokale verkiezingen plaatsvonden. Je kan begrip hebben voor het scenario van een post-conflictsituatie waarbij er eerst wordt getimmerd aan de democratische bovenbouw. Maar naarmate dit proces aan maturiteit wint, moet ook de onderbouw, de lokale verankering, de nodige aandacht krijgen.”

CongoForum: Hoe schat u de kansen van de belangrijkste presidentskandidaten – Joseph Kabila, Etienne Tshisekedi, Vital Kamerhe, Léon Kengo wa Dondo – in? Maakt iemand uit de oppositie een ernstige kans om president Kabila te verslaan bij de verkiezingen?

Johan Swinnen: “Het zou ongepast zijn om me daarover uit te spreken of er mij zelfs maar aan te wagen. Ik ken deze vier en nog andere kandidaten persoonlijk en ik heb voor elk van hen zeker een idee wat hun kwaliteiten en tekortkomingen zijn. Wat me vooral belangrijk lijkt, is een sereen en veilig verloop van de kiescampagne en een correct en eerlijk management van de stembusgang. Daaruit moet de overwinnaar zijn legitimiteit putten maar ook de ambitie om zich in te zetten voor het nationaal belang en voor de nieuwe emancipatie van Congo, waarin elke burger zichzelf en zijn waardigheid terugvindt en herkent, en zich trots en verantwoordelijk voelt. De burger zal zich gemakkelijker met deze ambitie vereenzelvigen naarmate de verkozene leiderschap en integriteit uitstraalt.”

CongoForum: U kent het politieke landschap in Congo goed. Ziet u binnen of buiten de politieke klasse figuren die met brio de taak van president zouden kunnen vervullen? Mensen die de Congolezen echt kunnen bezielen en die bakens kunnen verzetten in dit land met zijn enorme mogelijkheden?

Johan Swinnen: “Ik ben bijna drie jaar uit Congo weg, wat helemaal niet betekent dat het land uit mijn interesseveld is verdwenen, wel integendeel. Maar dat is niet genoeg om te beweren dat ik nog sterk vertrouwd ben met het politieke landschap. En toch moet ik ook vaststellen dat er ondertussen niet zó veel nieuwe figuren of nieuwe politieke constellaties zijn ontstaan. Het is mijn vaste overtuiging dat politiek talent overvloedig aanwezig is, ook in de civiele maatschappij. Vrouwen en mannen, jongeren en ouderen, die zich kunnen onttrekken aan een onmiddellijk, korte termijnbelang en die niet gegijzeld worden door een regionaal, familiaal of stammenbelang, hebben me altijd aangesproken. Niet dat die belangen niet mogen worden verdedigd , integendeel, maar een echte leider mag zich niet alleen daardoor laten leiden. Congolezen dromen van een chef waarin ze zich kunnen herkennen, die hen vertrouwen geeft en van wie hij vertrouwen terugkrijgt om de patriottische reflex en het besef van eigen waardigheid weer op te vijzelen.”

CongoForum: Heeft u – door uw contacten – enig idee hoe de sociale omstandigheden in Congo evolueerden sinds uw vertrek uit Kinshasa? Er zijn indicaties dat die zeker niet verbeterden.

Johan Swinnen: “Natuurlijk zijn er geen spectaculaire resultaten geboekt. Maar kan dat wel op zo’n korte tijd? Belangrijk is wel dat er enige beterschap is en komt. Nog belangrijker is de aanwezigheid van perspectief, vertrouwen in de toekomst. Dat vertrouwen weekt energie en ambities, discipline en werklust los. De mensen moeten toch kunnen inzien dat democratie iets oplevert. Burgers zullen geen geloof hechten aan verkiezingen en democratie als de bevolking verder verarmt, als de boer zijn oogsten moet laten rotten omdat er geen transport is, als de student geen bekwaamheden aanleert en zit opgezadeld met een gedevalueerd diploma, als bepaalde epidemiën opnieuw opduiken, als het vertrouwen in justitie afneemt en als het leger meer bedreiging dan bescherming betekent en de corruptie op alle niveaus voort tiert. Nogmaals, mij is het niet alleen te doen om het succes van de nakende verkiezingen maar ook om het gebruik van de werktuigen die de politici daardoor aangereikt krijgen.”

CongoForum: De sterke aanwezigheid van de Chinezen in Congo kan niemand ontgaan. Hoe schat u de rol van de Chinezen in? Welke punten zijn positief of negatief aan hun aanwezigheid?

Johan Swinnen: “We moeten ons zeker niet nukkig opstellen, niet verongelijkt in een hoekje gaan mokken, en ons niet van Congo afkeren om plaats te maken voor Chinezen en andere Pakistanen of Indiërs. De Congolese leiders moeten zelf oordeelkundig optreden en transparantie nastreven in hun deals met de Chinezen. In mijn Congolese tijd pleitte ik voor die transparantie en vroeg ik aan mijn Chinese collega waarom hij zich zo weinig manifesteerde in allerlei overlegcomités waarin de ‘bailleurs de fonds’ (geldschieters) hun programma’s samen met de Congolese autoriteiten coördineerden.”

“Antagonistische reflexen zijn niet goed. Ik ben er inderdaad van overtuigd dat we wel tot synergieën en win-win-situaties kunnen komen, samen met de Chinezen en andere partners. ‘Globalisation et mondialisation obligent’, maar de Congolese leiders moeten de regie wel goed in handen houden.”

CongoForum: De Belgen die ondernemen in Congo zijn niet bijster talrijk meer. Het zijn vaak mensen die al tientallen jaren in Congo zitten, het klappen van de zweep kennen en wel bestand zijn tegen een stootje. Moet je een ‘dubbeldik olifantenvel’ hebben om ondernemer te kunnen zijn in Congo?

Johan Swinnen: “Wat u zegt klopt, maar misschien toch niet helemaal. Er zijn wel wat Belgen die de draad weer opnemen, zoals de Chanic-scheepswerven in Kinshasa. Onze Belgisch-Congolese Kamer van Koophandel levert verdienstelijke inspanningen. De economische en handelsvertegenwoordiger bij de ambassade is bijzonder actief. Kijk ook naar de programma’s die onze havens uitwerken.”

“Maar u heeft gelijk. Je moet heel wat geduld hebben en immuun zijn voor vele weerbarstigheden. Toch zullen we vroeg of laat toch een economische ‘take-off’ in Congo zien, denk ik. Sinds enkele jaren worden er flinke groeicijfers opgetekend, ook elders in Afrika. Onze bedrijven mogen die trein of dat vliegtuig niet missen. Maar het heeft geen zin om op te roepen tot investeringen als de Congolezen tegelijkertijd geen vooruitgang boeken op bepaalde vlakken: ze moeten een gezond zakenklimaat bevorderen waarin de rechtszekerheid kan gedijen; en er moet een einde komen aan administratieve en andere pesterijen die meer met corruptie dan met welvaartsbevordering te maken hebben. Het zou nogal naïef zijn blindelings in investeringsavonturen te stappen zonder zich te vergewissen van de invulling van die essentiële voorwaarde.”

“Trouwens, een beter ondernemingsklimaat moet vooral de Congolese middenklasse aanspreken, die op haart beurt initiatief en het voortouw kan nemen bij het aantrekken van buitenlandse investeringen. De Belgische overheid zou zo’n proces zelfs kunnen begeleiden door een voorzet én een kader aan te reiken waarbij belangrijke investeerders en Afrika-kenners nadenken en van gedachten wisselen over een economische strategie richting Congo en zelfs andere Afrikaanse landen. Het zou een gepaste aanvulling kunnen betekenen voor onze ontwikkelingssamenwerking. We moeten daar niet flauw over doen. Onze belangen in Congo zijn niet alleen humanitair. Er is niks mis met Belgische bedrijven die in Congo jobs en expertise creëren en bovendien winst maken. Sommige programma’s van ontwikkelingssamenwerking zouden daarbij nog meer kunnen aansluiten zoals de opleiding van ambtenaren, bevordering van de rechtsstaat, steun aan een business-school enzovoort.”

CongoForum: Het zou prachtig zijn om opnieuw meer Belgen te zien die de hand aan de ploeg willen slaan in Congo en die projecten willen lanceren in de landbouw of andere sectoren. Bent u in dat opzicht optimistisch? Waar ziet u mogelijkheden?

Johan Swinnen: “Uw verwijzing naar de landbouw vind ik zeer terecht. Het is voldoende geweten dat Congo over een rijke ondergrond beschikt, het landbouwpotentieel van het land is minstens even aanzienlijk. Ik was sterk getroffen, tijdens een werkbezoek aan de Sankuru-regio in het centrum van Congo, door de honderden hectaren ontgonnen groentevelden waar niet meer geplukt werd bij gebrek aan transportmogelijkheden. Daarom is een verbetering van transport en mobiliteit eveneens van groot en zelfs van prioritair belang. Als die landbouwer van de Sankuru zijn fruit en groenten naar de markt kon brengen en commercialiseren, zou zijn inkomen ook voor een deel naar onderwijs en medische zorgen voor zijn gezin kunnen gaan. Grotere mobiliteit van goederen en personen kan belangrijke ‘multiplicatoreffecten’ teweegbrengen, met ook gunstige effecten op onderwijs, opleiding en volksgezondheid.”

“Congo voert visproducten in uit het buitenland terwijl de stromen en rivieren aanzienlijke, onontgonnen visvoorraden herbergen. De hulporganisaties kopen mais van slechte kwaliteit terwijl de plaatselijke productie, van veel betere kwaliteit, wegens de aangehaalde redenen, niet verkocht geraakt. Nog een voorbeeld. Het Congolese hydraulische bekken is zo ontzaglijk groot dat het energie zou kunnen produceren voor heel Afrika en zelfs een groot deel van Europa. Allemaal gemiste kansen wegens een gebrek aan strategie, verkeerde doelstellingen, of gewoon gebrek aan vertrouwen, visie en ambitie.”

“België moet er niet alleen aan sleutelen. Eerst de Congolezen zelf natuurlijk, die zijn verstandig en vindingrijk genoeg. Maar er mag ook wat meer coherentie betracht worden tussen de hulpverlenende landen, geholpen door de dynamiek van hun grote en kleinere bedrijven.”

CongoForum: Kunnen we niet met jonge Belgen meer beginnen te doen in Congo, samen met de Congolezen?

Johan Swinnen: “De minder jonge Belgen zou ik zeker nog niet afschrijven. Ik vind zelfs dat we de opgebouwde en nog altijd valabele ‘expertise’ te weinig benutten. Instellingen als het Tropisch Instituut voor Geneeskunde (ITG) in Antwerpen en het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA) in Tervuren betekenen heel veel voor onszelf en Congo alsook voor het mondiaal wetenschappelijk patrimonium. Ik zag en zie ook minder jonge dokters van Artsen zonder Vakantie of ervaren professoren en vorsers als Filip Reyntjens en Luc Tack zich volop inzetten, op het terrein. En ook een ambassadeur mag al grijze haren hebben. Bij onze oudere politici bestaat er gelukkig ook heel actieve belangstelling met een heel moderne kijk op de zaken. Ik zag ook oudere missionarissen en zusters met de energie en overtuiging van een dertiger. Congo houdt ze kennelijk jong!”

“Maar u heeft een punt. Is het niet hoopgevend te kunnen vaststellen dat ook heel wat jongeren het prachtige Congo-boek van David Van Reybrouck hebben gelezen? Ik was erbij toen hij onlangs in het kasteel van Westerlo aan zowat honderd jongeren uitlegde dat er wel wat verbanden kunnen worden gelegd tussen de prille Congolese democratie en de enigszins vastgereden westerse democratie, die best wat smeerolie kan gebruiken en een onderhoudsbeurt mag krijgen. En dat we toch één en ander van elkaar kunnen leren. De boeken en uitzendingen van Vranckx, Verlinden, Zinzen en Poppe trekken ook jongeren aan. In Franstalig België is het niet anders.”

“In deze tijden van economische en zelfs maatschappelijke crisis is het goed zich te wapenen tegen navelstaarderij en een terugplooiingsreflex. Niet met de vlucht (naar Afrika) vooruit, zoals ik wel een enkele keer in de ngo-wereld heb vastgesteld, maar met rijpe inzichten. Ook in de bedrijven die actief zijn in Congo zie ik opnieuw jonge gezinnen verschijnen.”

“Ik ben erg onder de indruk als ik zie hoe het Centre Wallonie-Bruxelles (CWB) in Kinshasa jonge dynamiek kan mobiliseren. Dat doet ook een Jan Goossens van de Brusselse KVS. Ik zag ook het enthousiasme van jonge medewerkers van Artsen zonder VaKantie, Damiaanactie, Chaîne de l’Espoir, SOS Kinderdorpen, Handicap International, Ziekenhuis voor Ziekenhuis, Music Fund enzovoort. Spijtig dat ik ze niet allemaal kan opsommen, want ik zou nog lang kunnen doorgaan.”

“Het is mijn hoop dat ook de Vlaamse diplomatie en ontwikkelingssamenwerking zich meer op Congo zal richten. De aanwezigheid van de Vlaamse Gemeenschap in Zuid-Afrika en Mozambique is zeer betekenisvol. Vlaanderen zou ook in Congo mooie synergieën kunnen ontwikkelen.”

CongoForum: Het bekende Hotel Memling in Kinshasa wordt nog altijd beheerd door de curator van Sabena, Christian Van Buggenhout. Die verklaarde recent dat hij hoopt het hotel in 2012 te kunnen verkopen. Zou het niet verstandig zijn dit hotel in Belgische handen te houden? En zijn daar nog kandidaten voor te vinden volgens u?

Johan Swinnen: “Ik ontmoette Christian Van Buggenhout diverse keren in Kinshasa en apprecieerde zijn gedrevenheid zeer zeker. Mijn vermoeden is dat ook hij graag een overname door Belgen zien gebeuren. Van Buggenhout maakte van de Memling een gezond bedrijf. Ik besef ook erg goed hoe een sterk gerund hotel ook een instrument kan zijn voor interactie met de ambassade en het imago van ons land een zeker profiel kan aanmeten. Maar wie ben ik om te beweren dat er geen andere overwegingen kunnen meespelen, temeer daar er vermoedelijk heel wat kandidaten zouden kunnen opdagen?”

CongoForum: Heeft u nog plannen om naar Congo of Centraal-Afrika te reizen en daar mee te werken aan initiatieven allerhande?

Johan Swinnen: “Natuurlijk zou ik dat erg graag doen. Congo laat me niet los. Ik hoop van harte dat de hoop en het vertrouwen in de toekomst, die ik met zovelen deel, niet beschaamd worden.”

© CongoForum – Denis Bouwen, 14.11.11

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.