Congodebat (11), André Schorochoff : “Huidig klimaat staat een vruchtbare dialoog in de weg”

CongoForum wil graag uiteenlopende stemmen van Belgen en Congolezen hierover aan het woord laten. André Schorochoff, actief bij de vereniging Urome, heeft een solide band met Congo, een land dat heel wat betekende in zijn leven.

André (°1937) woonde tussen 1947 en 1955 in Isangi en Stanleystad. In 1961 behaalde hij aan de ULB het diploma van doctor in de rechten. Van 1963 tot 1965 was hij advocaat aan de balie van Kinshasa. Na zijn terugkeer naar België werkte hij bij ondernemingen als Monsanto, Dow Corning en Texaco. Hij was ook actief in de wereld van het marketingadvies.

Momenteel is André met pensioen. Maar hij blijft zich actief inzetten bij UROME (Union Royale Belge pour l’Outre-mer). Bij die vereniging, voor de anciens van Belgisch-Afrika, was hij van 2006 tot 2014 gedelegeerd bestuurder. Hij is ook aangesloten bij Mémoires du Congo.

Het debat over ons Congoverleden woedt volop. Wat moet er gebeuren met standbeelden van Leopold II en andere koloniale standbeelden?

André Schorochoff: “Die beelden moeten gewoon blijven staan. Ze maken deel uit van onze nationaal erfgoed. De standbeelden van Leopold II verwijzen naar één van de Belgische vorsten, niet alleen naar de man die baas was in Congo-Vrijstaat. Leopold II was in wezen vorst in twee staten. Hij was koning van België, maar ook de ‘absolute soeverein’ van Congo-Vrijstaat, de staat die hij stichtte in 1885, met Boma als hoofdstad”.

Er is veel discussie over de periode van Congo-Vrijstaat (1885-1908), de periode van Belgisch-Congo (1908-1960)? Komen die periodes genoeg aan bod in het onderwijs in België? Wat ontbreekt (of niet)? Hoe kan het anders?

André : “Het verhaal van het onderwijs over de geschiedenis van Congo-Vrijstaat is complex. Dat geldt ook voor Belgisch-Congo. De Vrijstaat was een aparte staat, Belgisch-Congo was een kolonie. Heel die kwestie is nog te doorgronden, we moeten dat oplossen op een manier die aan alle betrokken partijen voldoening geeft. We praten hier over een zeer omvangrijk onderwerp. De inhoud van het onderwijsprogramma hierover is nog altijd niet gepreciseerd”.

Sommigen pleiten voor een inclusieve benadering in het onderwijs, waarbij de informatie over het Congoverleden in alle facetten wordt gebracht, zonder enige vooringenomenheid. Zeker bij afstammelingen van ‘Belgen uit de kolonie’ zal deze vraag leven. Akkoord?

André : “Ik ben voorstander van zo’n inclusieve benadering, net zoals verenigingen van Afrikaveteranen zoals URBA en Mémoires du Congo. We pleiten voor een geschiedenis die vrij is van iedere ideologie”.

Wat met de periode 1960-2020, waarover veel te vertellen is? Kan / mag die ook op onze scholen aan bod komen?

André : “Ik zie geen reden om die periode onbesproken te laten. Maar de historici, die dat stuk van de geschiedenis moeten schrijven, zitten in Kinshasa en niet in Brussel. Belgen zouden daar zeker kunnen toe bijdragen maar het is niet aan hen om hierrond een initiatief te nemen”.

In het huidige klimaat wordt er veel heen en weer geroepen. Er zijn slogans, kreten, clichés. Standbeelden worden van hun voetstuk gehaald of beschadigd. Hoe kunnen we tot een meer volwassen en evenwichtig maatschappelijk debat komen, met oog voor de gevoeligheden van diverse bevolkingsgroepen?

André : “We praten over een heel netelige kwestie. Een oplossing op korte termijn is er niet, het ligt bijzonder gevoelig aan beide kanten. De Belgen worden beschuldigd van de ernstigste misdaden, onder meer van misdaden tegen de menselijkheid als koloniale macht. Zij moeten zich verantwoorden tegenover aanklagers die een gebrek aan samenhang vertonen, ideologisch redeneren en de geschiedenis niet kennen. Het huidige klimaat maakt een vruchtbare dialoog niet mogelijk. De Congolezen zijn versnipperd en verdeeld, al naargelang ze in België of in Congo wonen. Hun actiefste vertegenwoordigers zijn niet echt op zoek naar een wetenschappelijk debat. Eigenlijk hebben ze in essentie twee eisen: België moet over de hele lijn berouw tonen, en ze vragen schadevergoedingen voor de slachtoffers van een regime dat geweld pleegde en uitbuitte”.

Is er ruimte voor een meer verbindend discours dat de kloof tussen Congolezen en Belgen niet vergroot maar verkleint?

André : “Volgens mij is daar zeker ruimte voor. Het is dan wel onmisbaar dat Congolezen en Belgen van goede wil samenspannen om de kloof te verkleinen. Dat is de voornaamste doelstelling van de vzw URBA, waarvan ik erebestuurslid ben”.

Wat kan België doen om de verbondenheid van dit land met Congo – door de historische feiten – te versterken? Welke concrete stappen of maatregelen kunnen bijdragen tot een betere situatie voor de Congolezen in de DR Congo?

André : “De banden tussen België en Congo aanhalen is de verantwoordelijkheid van de Belgische regering. Gewone burgers kunnen daar niet echt over beslissen, ze hebben die macht niet”.

“Internationaal is de Belgische regering ook beperkt in wat ze kan doen, omdat we lid zijn van de Europese Unie. De Congolese regering wordt dan weer benaderd en onder druk gezet door grootmachten die veel meer geld hebben dan de Belgen. Zij liggen niet wakker van het welzijn van de Congolezen, wel naar het sluiten van deals die renderen op korte termijn”.

Wat is je mening over Belgen (of Congolezen) die de onderlinge banden graag willen verbeteren, versterken, intensiveren?

André : “Ik moedig zulke mensen vooral aan om hun inspanningen voort te zetten”.

© CongoForum, 29.06.20 (db)

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.