Nationaal Park Virunga: milieumisdrijven gewapende groepen mogen niet onbestraft blijven (CongoForum)

KINSHASA / GOMA – De gewapende groepen die al tientallen jaren door het oostelijke deel van de Democratische Republiek Congo zwerven, zijn berucht door het verkrachten en vermoorden van burgers. Maar deze strijders zijn ook verwikkeld in een andere vorm van criminaliteit die elke dag meer verontrustende vormen aanneemt: misdrijven die zware schade berokkenen aan het milieu, met name in het beroemde Nationaal Park Virunga, meldde JusticeInfo.net. 

In een rapport dat in juni 2016 werd gepubliceerd door de Amerikaanse ngo Enough Project, trok Holly Dranginis al aan de alarmbel: “Een illegaal houtskoolkartel helpt een van de belangrijkste milities in Centraal-Afrika te financieren, namelijk de Forces démocratiques de libération du Rwanda (FDLR). Bovendien vernietigde het kartel een deel van het oudste nationale park op het Afrikaanse continent. Het gaat om het Nationaal Park Virunga, een schat van de Democratische Republiek Congo, en opgenomen op de Werelderfgoedlijst van Unesco”.

Deze schade aan het milieu is niet nieuw. “De FDLR financieren hun activiteiten al jaren door kostbare natuurlijke hulpbronnen te exploiteren, waaronder ertsen, maar ook ivoor, vis en marihuana. Maar een van de meest winstgevende activiteiten van de FDLR is de illegale handel in houtskool in het Nationaal Park Virunga”, aldus het rapport. En vier jaar na de publicatie van dit rapport kent het immense natuurgebied nog steeds geen rust. Sommige krijgsheren die in Noord-Kivu actief zijn, staan ​​nog steeds aan het hoofd van uitgebreide netwerken die bomen kappen en houtskool verhandelen.

Handel in houtskool brengt veel geld op

“Het kappen van het bos om houtskool te produceren is de grootste bedreiging. Houtskool wordt op grote schaal gebruikt door de inwoners van Goma, Beni en Butembo, drie steden in het noordoosten van de DR Congo”, legt de Belgische antropoloog en primatoloog Emmanuel de Merode uit. Hij is de directeur van het Nationaal Park Virunga. Deze wilde houtskool, die zeer in trek is, wordt zelfs verkocht in de buurlanden Oeganda en Rwanda.

De Fransman Jean-Sébastien Peillet werkte van 2014 tot 2016 in de DR Congo als internationaal expert op het gebied van misdaden tegen de menselijkheid voor het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP). “De FDLR houdt zich bezig met  mensenhandel, met medeplichtigheid van Congolese militairen. Het is de FDLR die de ‘business’ leidt door de lokale Rwandese bevolking erbij te betrekken. De handel is niet per se erg goed georganiseerd, behalve op het niveau van de FDLR. De betrokken Congolezen zijn bekend ”, zegt de expert.  “Makala (houtskool, in lokale talen) wordt voornamelijk in Goma verkocht. De makala-handel in de regio vertegenwoordigt 50 miljoen dollar per jaar, waarvan de helft afkomstig is van deze illegale handel. Het bedrag dat met deze handel wordt verdiend, is enorm groot. Ondanks de inspanningen van het ICCN (Congolese instituut voor het behoud van de natuur, verantwoordelijk voor het behoud van beschermde gebieden), begrijpt de bevolking het risico niet. Daardoor is het catastrofaal.”

Volgens de Belg Emmanuel de Merode is er ook veel schade voor wilde dieren en vissoorten die in de regio in overvloed voorkomen. “Aan de oevers van het Edwardmeer wonen veel gewapende groepen. (Het Edwardmeer (Eduardmeer) of Rutanzige(meer) is het kleinste van de Grote Meren in Centraal-Afrika. Het ligt grotendeels in de DR Congo maar het noordoosten van het meer behoort tot Oeganda. Het ligt in hetzelfde ecosysteem als het ‘Parc des Volcans’). Ze persen geld af van de vissers, of vissen zelf, met technieken die zeer schadelijk zijn voor het milieu. Bovendien doden deze gewapende groepen nijlpaarden en andere grote zoogdieren om het vlees te eten of te verkopen ”, klaagt hij.

Peillet is het daarmee eens. “Het Edwardmeer is een ander groot probleem. Een groep Mai-Mai doet daar aan overbevissing en heft belastingen met medeplichtigheid van bepaalde overheidsdiensten. Deze activiteiten worden zelfs uitgevoerd waar de vissen zouden moeten paaien. Er wordt veel gestroopt, en vooral gejaagd op nijlpaarden en antilopes, hun vlees is erg populair”.

Militaire rechtbanken

Geconfronteerd met deze situatie heeft de Congolese justitie al enkele procedures gevoerd. De belangrijkste personen die tot dusver betrokken zijn, zijn militairen, die vallen onder de nationale militaire rechtbanken. Die rechtbanken verrichten pionierswerk in een moeilijke context.

De gerechtelijke autoriteiten hebben geen cijfers over de zaken die tot nu toe zijn behandeld, maar een van de reeds afgesloten zaken is die tegen een hoge officier van het Congolese leger en enkele van zijn mensen. Op 29 januari werden kolonel Liwenge Eboko en zijn groep elk veroordeeld tot 16 maanden gevangenisstraf wegens “milieumisdaden”, vertelt Olivier Ndoole, coördinator van ACEDH (Alerte Congolaise pour l’Environnement et les Droits de l’Homme), een lokale ngo die campagne voert voor de bescherming van het Virungapark op het gebied van mensenrechten en milieubescherming. “Het is een historische veroordeling waaruit blijkt dat de kwestie van de bescherming van fauna en flora ook het leger aangaat. Liwenge was de commandant van het Kibumba-regiment, dat is een belangrijke post om de toegang tot het park te beletten. Zijn mensen deden aan stroperij, dat wist hij, maar er gebeurde niets om hen te straffen. Hij nam niet alle nodige maatregelen om te voorkomen dat zijn soldaten deze misdrijven zouden begaan ”, legt de Congolese advocaat uit.

Het zijn rechtszaken waarover de militaire justitie zich verheugt. “Toen officieren zagen dat sommige van hun collega’s werden vervolgd omdat ze niet verhinderden dat hun mensen ongehinderd wilde dieren afslachtten, beloofden ze de flora en fauna te beschermen. Het ICCN zal getuigen dat we die feiten in onze regio ernstig bestraffen ”, verzekert majoor Williams Mulahya Hassan van het militaire parket in Goma (Noord-Kivu). Volgens deze procureur heeft de militaire rechtbank momenteel vier zaken aanhangig gemaakt in het voortraject, maar hij wenst niet in detail te treden.

Politieke druk en gebrek aan middelen

“Voor zover ik weet, is een van deze dossiers het dossier waarbij een andere hoge officier, kolonel Masudi, werd vervolgd wegens handel in houtskool. De zaak wordt nog onderzocht op het niveau van het hoger parket (militair parket). We wachten tot de zaak is opgelost en tot de rechters recht spreken. Het gaat over de vernietiging van flora, met name de handel in makala, wat de grootste criminaliteit in dit deel van het park uitmaakt. Het is een misdaad waarbij gewapende groepen betrokken zijn, een misdaad die ook de medeplichtigheid van de strijdkrachten aantoont ”, verduidelijkt de advocaat.

Jean-Sébastien Peillet is blij over de “weinige processen” die tot nu toe zijn gevoerd, maar vindt de straffen te licht, en dus niet afschrikwekkend genoeg. Bovendien betreurt hij nog steeds dat de onderzoekers bang zijn om bepaalde belangrijke personen aan te pakken. “De onderzoeken bleven oppervlakkig, ongetwijfeld om hoge persoonlijkheden in de regio of in Kinshasa niet voor de voeten te lopen”, merkt hij op. Er wordt gewezen op politieke druk, maar ook, zoals voor de hele Congolese justitie, op het gebrek aan middelen. “Onze grootste moeilijkheid is de logistieke middelen om op het terrein te komen, om de geregistreerde misdrijven goed te documenteren. Virunga is enorm groot, we hebben middelen nodig om deze misdaden te onderzoeken ”, zegt procureur Hassan. Daarbij komt volgens Peillet het probleem dat sommige magistraten recente wetten niet goed kent, naast de “endemische corruptie” in het hele land.

Internationaal Strafhof

Ndoole (ACEDH) merkt op dat “Congolese rechters niet genoeg zijn opgeleid om dit soort misdrijven te berechten. Ze hebben geen grondige kennis van de nationale en internationale wetten. Er moet worden gewerkt aan bewustmaking, mobilisatie en versterking van de capaciteiten van justitiële spelers op het gebied van rechtshandhaving ”.

Naast het nationale gerechtelijke apparaat beschuldigt hij ook het Internationaal Strafhof (ICC), dat deze regio van de DR Congo al zeventien jaar onderzoekt. Het hof zou bij zijn vervolgingen milieumisdrijven zijn vergeten. De “groene advocaat” Ndoole wijst erop dat milieumisdrijven niet werden opgenomen in het dossier van de leider van de FDLR, generaal Sylvestre Mudacumura, die in 2019 werd vermoord terwijl hij door het ICC werd gezocht.

In haar algemeen beleidsdocument dat op 15 september 2016 werd gepubliceerd, had de aanklager van het ICC, Fatou Bensouda, nochtans aangekondigd dat haar bureau “bijzonder geïnteresseerd zou zijn in misdaden (…) waarbij onder meer sprake is van of een situatie resulterend in ecologische verwoesting, de illegale exploitatie van natuurlijke hulpbronnen of de illegale onteigening van land ”.

Ndoole klaagt de “beperkte gevoeligheid ondanks de ernst van de situatie” aan en roept op “tot een globale klimaatnoodsituatie”. Buitenlandse gewapende groeperingen hebben een grote verantwoordelijkheid bij het plegen van misdaden tegen de natuur en dit gebeurt volledig straffeloos op nationaal en internationaal niveau. De misdaden tegen de natuur die worden gepleegd door de FDLR en de ADF (een gewapende groep van Oegandese origine) gaan het menselijk bevattingsvermogen te boven en vereisen een specifiek gerechtelijk antwoord.”

Op weg naar gespecialiseerde opleidingen?

Voor Ndoole is het noodzakelijk om speciale rechtbanken te creëren. “De omvang van criminele handelingen en de internationale beweging voor natuurbehoud, de mobilisatie door het maatschappelijk middenveld en andere milieugevoelige spelers, zijn momenteel argumenten voor een pleidooi dat de impuls kan geven aan juridische en institutionele hervormingen”.

De advocaat is opgezet met nieuwe ontwikkelingen. Zo ziet hij, vooral in Noord-Kivu, dat magistraten en anderen gevoeliger worden voor milieumisdrijven. Ondanks wetenschappelijke armoede proberen ze toch een milieuwetgeving te creëren.

Emmanuel de Merode benadrukt dat oordelen en veroordelen niet zal volstaan. Volgens de directeur van het Virungapark is het noodzakelijk om de leefomstandigheden van de mens rond het park te verbeteren. Soms hebben die mensen geen andere keuze dan samen te werken met gewapende groepen of het park zelf te vernietigen, puur om te kunnen overleven. “Vergeet niet dat we hier praten over mensen die het moeten stellen met minder dan 1 dollar per dag”, voegt Peillet (UNDP) eraan toe.

© CongoForum 04.09.20

Beeld:Nationaal Park Virunga

Bron:Wikipedia

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.