DRC: “Het nieuwe Gécamines-team moet het geopolitieke evenwicht bewaren en de lokale marktdeelnemers promoten” (CongoForum)

KATANGA- Na het voorlezen van het presidentieel besluit waarbij een nieuw team aan het hoofd van de Générale des Carrières et des Mines (GÉCAMINES) werd geplaatst, groeit nu de vrees dat de controle over deze onderneming uit de handen van de Congolezen uit de regio Katanga zal ontsnappen.

De benoeming op vrijdag 3 december 2021 van Léon Kabiena tot adjunct-algemeen directeur van Gécamines wordt immers als zeer pijnlijk  ervaren, vooral omdat dit bedrijf, de ruggengraat van de Congolese trots in het algemeen en de Katangese trots in het bijzonder, net als verschillende mijnbouwgebieden van Haut-Katanga en Lualaba, sinds 2019 meer en meer een melkkoe is geworden voor exploitanten uit “le Grand Kasaï”. Dit meldt 7sur7.CD in een bijdrage/analyse door Juramme Lumbala Mubikayi, advocaat en analist van sociale en economische vraagstukken.

Uit een recente studie, gekoppeld aan een waarneming van verscheidene analisten van de Congolese mijnbouwscène, blijkt immers reeds dat overal in de regio “le Grand Katanga” de mijnbouwconcessies, en met name de steengroeven, de ene na de andere in handen vallen van economische subjecten uit het centrum van het land. Dit is het geval met de steengroeven van TWILIZEMBE, NDJUKUMABWE, MUTOSHI, BIWAYA, BRIDON GCM en verschillende bedijkingen van Gécamines die thans in handen zijn van  aangeklaagde exploitanten. In GÉCAMINES worden verschillende contracten voor de exploitatie van de ‘talluds’ van Kafundwa of die bij de ingang van de stad Likasi gegund aan onderdanen van het centrum van het land, met het risico dat de Katangesen met niets zullen achterblijven. De benoeming van Léon Kabiena tot DGA doet vrezen voor een machtstoename van al die marktdeelnemers die bij hem aanleunen en reeds lang azen op de mijnterreinen en ‘talluds’ die aan GÉCAMINES toebehoren. Dit lijkt dan ook meer en meer een open deur naar een goudmijn voor ‘niet-originals’, terwijl het voor mijnbouwondernemers uit Katanga zelf een hindernisparcours is geworden om zelfs nog maar een contract te krijgen voor de exploitatie van de GCM-talluds.

In deze explosieve context doet de benoeming door het staatshoofd van Léon Kabiena tot adjunct-directeur-generaal de autochtone bevolkingsgroepen vrezen dat de mijnbouwrijkdommen van GÉCAMINES heimelijk zullen worden overgenomen en zodoende de hegemonie van het centrum zal toenemen, zowel intern door de bevordering van niet-autochtonen op sleutelposities als extern door de toekenning van contracten voor de levering van diensten en de exploitatie van de talluds aan andere Congolezen dan de autochtonen. 

Deze grote angst breidt zich uit over de politieke en economische kringen van het land, waar een soort “wapenwake” aan het ontstaan is. Er is een oproep tot verzet van de inheemse bevolkingsgroepen waarneembaar, waarvan sommige leiders reeds zeggen dat zij dit niet zullen laten gebeuren.

Om de vrede te bewaren is het dan ook van belang dat de nieuwe ploeg bij alle beslissingen die zullen worden genomen het geopolitieke evenwicht in Katanga bewaart, zodat het vuur dat onder deze asse smeult, niet in het gezicht ontbrandt en de door het staatshoofd gevestigde vrede in Katanga niet bederft, klinkt het. 


© CongoForum, 06.12.21 (edm)

Beeld: clandestiene gravers in een mijn in Katanga

Bron: Jean Ngandu


Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.