België: (on-) voorspelbaar klimaat
De klimatologische zone (gematigd), de ligging (invloed van de zee) en de kleine, nogal vlakke oppervlakte zouden het de weersvoorspellers gemakkelijk moeten maken. Niets is echter minder waar. Het bekijken en beluisteren van weerberichten op radio en televisie is dan ook een nationale sport, waarbij de beste stuurlui bijna altijd aan wal staan. Je moet daarbij ook goed weten waar je je bevindt: ondanks de kleine oppervlakte van het land zijn er verschillende zones die elk hun eigen klimatologische aard hebben.
Zo is er de kust (‘s winters zacht, s zomers frisser), het centrum, (modaal weer), en de Kempen (s winters kouder, s zomers warmer). Eenmaal over Samber en Maas heb je de Ardennen (s winters kouder), met bijzondere aandacht voor de Oostkantons of de Hoge Venen (met s winters meer kans op sneeuw en vooral langlaufski), de zuidelijke uithoek rond Aarlen (Belgisch Lotharingen, s zomers soms warmer) en de Gaumes (regio rond de befaamde abdij van Orval) waar men spreekt van een heel eigen microklimaat dat soms zeer verschillend, vooral zachter, kan zijn in vergelijking met de omliggende streken.
Elk seizoen kent zijn regendagen, instabiliteit van het weer is een van de weinige zekerheden. Dat weer wordt vooral bepaald door de westenwinden, die van op de Atlantische Oceaan hun depressies over de Britse eilanden en het Kanaal sturen. Meer vastheid van weer is er wanneer de wind uit het oosten komt, wat s winters aanleiding kan geven tot zeer koude dagen en s zomers tot echt heet zomerweer. Af en toe zijn er ook de koude noordenwinden en de warmere zuidenwinden. Zo spreekt het vanzelf dat je een paraplu binnen handbereik hebt, een trui, variërend van heel dik (s winters) tot licht (s zomers).
De opwarming van de aarde laat zich wel voelen: de gemiddelde temperatuur over een heel jaar bekeken, stijgt. Alleen, je weet nooit wanneer je iets van die stijging zult merken. Zo was de zomer van 2005 allerbelabberdst, met veel regen, maar het najaar, van september tot bijna half november, was uitzonderlijk zacht en droog. Stel je voor, terwijl je normaal met Allerheiligen de verwarming opzet (vroeger de kachel stookte), een dikkere jas aantrok (tot rond de Paasperiode), kon je dit jaar op caféterrasjes zitten, bij een temperatuur van rond de 20 ° Celsius.
Instabiliteit is dus zowat de enige zekerheid.
© CongoForum – Mark Vandommele, 08.11.05