13.12.05 Interview met F. Castañon (Divisie Rechten van de Mens) (Monuc)

 

Welk mandaat heeft de Divisie voor de Rechten van de Mens van de VN-missie in Congo (Monuc) precies ?

Directeur Fernando Castañon: De resoluties van de VN-Veiligheidsraad stipuleren dat wij de Congolese overgangsregering moeten steunen bij het bevorderen en verdedigen van de rechten van de mens. We moeten hierbij bijzondere aandacht besteden aan vrouwen, kinderen en kwetsbare personen. Verder moeten we schendingen van de mensenrechten onderzoeken om een eind te maken aan de straffeloosheid. Onze divisie moet bovendien het Congolese gerecht steunen in zijn inspanningen om personen te vervolgen die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van de mensenrechten en van het internationaal humanitair recht. De straffeloosheid bestrijden is essentieel in ons werk.

De Divisie voor de Rechten van de Mens moet ook helpen om de veiligheidssector te hervormen. Ordehandhavers moeten de democratie, de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden eerbiedigen. Wie praat over de veiligheidssector, heeft het uiteraard over het leger en de politie. De VN-missie in Congo (Monuc) moet ervoor zorgen dat burgers worden beschermd tegen fysiek geweld. In dit verband merk ik op dat we binnen onze divisie een sectie oprichten voor de bescherming van slachtoffers, getuigen en verdedigers van de mensenrechten. Dat is een primeur voor het systeem van de Verenigde Naties, met name wanneer het gaat om de bescherming van mensenrechtenactivisten.

Eén van de verontrustende feiten is dat mannen vrouwen nog altijd als zondebok gebruiken om al hun frustraties op af te reageren.

De Divisie ziet ook in ruimere zin toe op het respect voor de mensenrechten buiten de overheidssector. Ik heb het dan over de economische sector. Denk bijvoorbeeld aan bedrijven die bepaalde diensten aan het publiek moeten verstrekken.

U heeft het bijvoorbeeld over de mijnbedrijven ?

De mijnbedrijven maken deel uit van een sector die rechtstreeks betrokken is bij de ontginning van natuurlijke rijkdommen. Dat is een belangrijke bedrijfstak, te meer daar de Veiligheidsraad constateerde dat er vaak een verband bestaat tussen de ontginning en illegale handel in grondstoffen en conflicten in bepaalde delen van de wereld. Ook op dit vlak moeten we dus kijken naar het respect voor de mensenrechten.

Nationale en transnationale ondernemingen in de sector van de natuurlijke rijkdommen zijn belangrijke economische spelers, zeker in Congo. Ze moeten een belangrijke rol vervullen in het proces dat erop is gericht een duurzame vrede te creëren in Congo, met name door economische activiteiten waarbij de mensenrechten worden nageleefd. Wij zouden graag hebben dat deze bedrijven zich op dit vlak ten volle engageren.

Wat is de evolutie qua eerbiediging van de mensenrechten in Congo, sinds de komst van Monuc?

Er zijn zeker positieve ontwikkelingen merkbaar. Vooral in het voorbije jaar ondervonden we dat de massale schendingen van de mensenrechten verminderen. Dat is onder meer te danken aan de inspanningen om strijders uit gewapende groeperingen in te lijven bij het leger en de politie. Het is ook te danken aan de de strijd die het Congolese leger (FARDC), met steun van Monuc, voert tegen de gewapende groeperingen. Jammer genoeg is de situatie nog niet perfect. Dat is zeker waar voor Noord-Katanga en Zuid-Kivu.

Ook positief is dat er wordt gevochten tegen de straffeloosheid. Op dit punt is er zeker reden tot tevredenheid. Denk bijvoorbeeld aan de aanhouding van krijgsheren in het district Ituri. In Ituri werd bijvoorbeeld de krijgsheer aangehouden die vermoedelijk de hand had in de moord op VN-blauwhelmen uit Bangladesh. Andere verantwoordelijken voor ernstige schendingen van de mensenrechten werden eveneens opgepakt. Hiervoor verdient de regering onze gelukwensen.

Desondanks zijn er nog altijd zaken die ons verontrusten. Onze kantoren op het terrein registreren nog altijd heel veel schendingen van de mensenrechten. Vaak worden die begaan door ordehandhavers, zowel militairen als politiemensen. Het gaat niet over een geïnstitutionaliseerde politiek, maar om gruweldaden die worden gepleegd door bepaalde elementen. Soms worden mensen zomaar terechtgesteld, willekeurig aangehouden of mishandeld. Er is ook sprake van dwangarbeid, plunderingen enzovoorts.

Het verontrust ons eveneens dat vrouwen zondebokken blijven voor mannen die met frustraties zitten. Dikwijls zijn zij het slachtoffer van verkrachtingen en seksuele uitbuiting. Vrouwen worden ook ontvoerd, mishandeld en gedwongen tewerkgesteld.

In deze pre-verkiezingsperiode merken we ook dat er aanzienlijk meer schendingen van de persvrijheid zijn. Journalisten worden vermoord of opgesloten, meestal in Kinshasa.

Hoe zijn de verhoudingen tussen uw diensten en de overgangsregering ?

In het algemeen onderhouden we met de regering goede, correcte en hoffelijke relaties. We zouden wel graag zien dat de burgerlijke en militaire overheden meer inspanningen doen om te achterhalen wie telkens verantwoordelijk is voor de schendingen van de mensenrechten.

Welke obstakels bemoeilijken uw werk ?

Ik praat liever over operationele beperkingen dan over obstakels. De belangrijkste beperking heeft te maken met onze personeelsbezetting die niet groot genoeg is voor een land dat zo uitgestrekt en complex is als Congo. Communicatiemiddelen zijn hier zo goed als onbestaande. In absolute termen zijn wij van alle vredesmissies van de VN de grootste divisie inzake mensenrechten, met weldra 110 medewerkers. Relatief gezien is onze divisie maar klein. Ter vergelijking: in Congo hebben we 1 mensenrechtenwaarnemer per 750.000 inwoners. In Kosovo gaat het om 1 waarnemer per 24.000 inwoners, in Guatemala hebben we 1 waarnemer per 150.000 burgers. Gelijkaardige verhoudingen gelden voor het te dekken grondgebied.

De beperkingen verhinderen overigens niet dat we ons werk doen en proberen overal waar nodig een onderzoek in te stellen. Het zou mooi zijn als de Congolese autoriteiten dezelfde wil zouden aan de dag leggen. Ik voeg er graag aan toe dat we belangrijke steun krijgen van alle onderdelen van Monuc, het Hoog Commissariaat voor de Rechten van de Mens en de VN in het algemeen. Dat maakt veel zaken een stuk gemakkelijker.

Zorgt de Congolese regering voor obstakels?

Vaak doet de regering weinig of niets om verantwoordelijken voor schendingen van de mensenrechten op te sporen of gevangenen te verzorgen. Ze verantwoordt haar gedrag door een gebrek aan financiële middelen, maar dat vinden wij geen goede uitleg.

Er is ook een bepaald gebrek aan discipline bij de ordehandhavers. Verder zien we dat de institutionele basis van de rechtsstaat nog veel te zwak is. Er bestaan nog kwalijke gewoonten als gevolg van de anarchie die dateert uit de oorlogsjaren. De betaling van de militairen is een probleem, en dat leidt vaak tot misbruiken op de kap van de burgerbevolking. Het civiele en militaire gerecht heeft niet genoeg middelen om zijn taken uit te voeren. Nochtans zijn die taken wel van essentieel belang. Corruptie vind je op ieder niveau…

Functioneren de Congolese mensenrechtenorganisaties goed?

Ik zou hierbij een onderscheid willen maken tussen de Congolese niet-gouvernementele organisaties en de overheidsinstanties.

Een aanzienlijk aantal Congolese NGO’s werkt serieus en zet zich in voor de bescherming en bevordering van de mensenrechten. Ze zijn beter in staat om de mensenrechten te promoten dan om ze echt te verdedigen. Deze NGO’s zijn onze eerste partners wanneer het erop aankomt een rechtsstaat uit te bouwen en de straffeloosheid te bestrijden. Hou er ook rekening mee dat de leden van deze NGO’s soms reële risico’s lopen wanneer ze feiten onderzoeken en de vermoedelijke daders van misdrijven in kaart brengen. Ze verdienen zeer veel bewondering. De civiele maatschappij zal de strijd voor de mensenrechten voortzetten. Het zijn deze organisaties die op doorslaggevende wijze zullen bijdragen tot de uitbouw van een rechtsstaat in Congo.

Bij de overheid hebben we bijvoorbeeld te maken met het ministerie voor de Rechten van de Mens, het Observatoire National des Droits de l’Homme (ONDH) en de Waarheids- en verzoeningscommissie (CVR). Op regeringsniveau is het ministerie voor de Rechten van de Mens onze geprivilegieerde partner. Met de betrokken minister praten we geregeld over onze rapporten en bekommernissen. De minister komt verbeten op voor de rechten van de mens, maar vindt hierbij jammer genoeg niet altijd gehoor.

De leden van het ONDH doen zeer veel aan promotie van de mensenrechten, maar ondernemen te weinig inzake onderzoek. We werken wel regelmatig samen met het Observatoire. Dat was bijvoorbeeld het geval toen we een netwerk van waarnemers installeerden bij de demonstraties rond 30 juni 2005. De Waarheids- en verzoeningscommissie (CVR) lokte veel belangstelling uit toen ze werd opgericht. Haar taken zijn enorm groot, maar haar middelen zijn beperkt.

Is er nu wel een gerecht dat echt onafhankelijk is?

Het dient gezegd dat er sprake is van bemoeienissen. In de praktijk is de rechterlijke macht niet volledig onafhankelijk, maar het gerecht doet wel zijn best. Sommige juristen leveren opmerkelijk werk, maar in het algemeen kan je niet zeggen dat de justitie volledig onafhankelijk functioneert. Het gerecht werkt niet altijd even professioneel en respecteert niet altijd de rechten van de mens.

En er is nog een bijkomend probleem. Op alle institutionele niveaus van de staat heb je af te rekenen met corruptie, zeker niet alleen bij het gerecht. Het is noodzakelijk deze corruptie te bestraffen, vermits het om een strafbaar feit gaat. Congo moet een eind maken aan de corruptie en de verantwoordelijken hiervoor vervolgen en strafrechterlijk veroordelen. Als dit gebeurt, zal dit de werking van alle instellingen en de naleving van de mensenrechten zeker ten goede komen.

Welke aanbevelingen heeft u voor de kandidaten bij de verkiezingscampagne? Wat moeten ze doen opdat de mensenrechten zouden worden nageleefd?

De rechten van de mens en de democratie hangen nauw samen met elkaar. Elke verkiezingscampagne is een campagne voor de democratie, dus moet je ook de rechten van de anderen eerbiedigen. Campagne voeren met respect voor de rechten van mens is positief voor iedereen en vergroot de geloofwaardigheid van de politici.

De Congolezen moeten deze historische kans grijpen, te meer daar er nu de steun is van de internationale gemeenschap. Het gaat om een unieke kans om omstandigheden te creëren die resulteren in een duurzame vrede, gebaseerd op het respect voor de mensenrechten en gekoppeld aan een economische ontwikkeling in het belang van de hele bevolking.

© Monuc – Oscar Mercado, 12.12.05 (vrije bewerking)

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.

13.12.05 Interview met F. Castañon (Divisie Rechten van de Mens) (Monuc)

Welk mandaat heeft de Divisie voor de Rechten van de Mens van de VN-missie in Congo (Monuc) precies ?

Directeur Fernando Castañon: De resoluties van de VN-Veiligheidsraad stipuleren dat wij de Congolese overgangsregering moeten steunen bij het bevorderen en verdedigen van de rechten van de mens. We moeten hierbij bijzondere aandacht besteden aan vrouwen, kinderen en kwetsbare personen. Verder moeten we schendingen van de mensenrechten onderzoeken om een eind te maken aan de straffeloosheid. Onze divisie moet bovendien het Congolese gerecht steunen in zijn inspanningen om personen te vervolgen die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van de mensenrechten en van het internationaal humanitair recht. De straffeloosheid bestrijden is essentieel in ons werk.

De Divisie voor de Rechten van de Mens moet ook helpen om de veiligheidssector te hervormen. Ordehandhavers moeten de democratie, de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden eerbiedigen. Wie praat over de veiligheidssector, heeft het uiteraard over het leger en de politie. De VN-missie in Congo (Monuc) moet ervoor zorgen dat burgers worden beschermd tegen fysiek geweld. In dit verband merk ik op dat we binnen onze divisie een sectie oprichten voor de bescherming van slachtoffers, getuigen en verdedigers van de mensenrechten. Dat is een primeur voor het systeem van de Verenigde Naties, met name wanneer het gaat om de bescherming van mensenrechtenactivisten.

Eén van de verontrustende feiten is dat mannen vrouwen nog altijd als zondebok gebruiken om al hun frustraties op af te reageren.

De Divisie ziet ook in ruimere zin toe op het respect voor de mensenrechten buiten de overheidssector. Ik heb het dan over de economische sector. Denk bijvoorbeeld aan bedrijven die bepaalde diensten aan het publiek moeten verstrekken.

U heeft het bijvoorbeeld over de mijnbedrijven ?

De mijnbedrijven maken deel uit van een sector die rechtstreeks betrokken is bij de ontginning van natuurlijke rijkdommen. Dat is een belangrijke bedrijfstak, te meer daar de Veiligheidsraad constateerde dat er vaak een verband bestaat tussen de ontginning en illegale handel in grondstoffen en conflicten in bepaalde delen van de wereld. Ook op dit vlak moeten we dus kijken naar het respect voor de mensenrechten.

Nationale en transnationale ondernemingen in de sector van de natuurlijke rijkdommen zijn belangrijke economische spelers, zeker in Congo. Ze moeten een belangrijke rol vervullen in het proces dat erop is gericht een duurzame vrede te creëren in Congo, met name door economische activiteiten waarbij de mensenrechten worden nageleefd. Wij zouden graag hebben dat deze bedrijven zich op dit vlak ten volle engageren.

Wat is de evolutie qua eerbiediging van de mensenrechten in Congo, sinds de komst van Monuc?

Er zijn zeker positieve ontwikkelingen merkbaar. Vooral in het voorbije jaar ondervonden we dat de massale schendingen van de mensenrechten verminderen. Dat is onder meer te danken aan de inspanningen om strijders uit gewapende groeperingen in te lijven bij het leger en de politie. Het is ook te danken aan de de strijd die het Congolese leger (FARDC), met steun van Monuc, voert tegen de gewapende groeperingen. Jammer genoeg is de situatie nog niet perfect. Dat is zeker waar voor Noord-Katanga en Zuid-Kivu.

Ook positief is dat er wordt gevochten tegen de straffeloosheid. Op dit punt is er zeker reden tot tevredenheid. Denk bijvoorbeeld aan de aanhouding van krijgsheren in het district Ituri. In Ituri werd bijvoorbeeld de krijgsheer aangehouden die vermoedelijk de hand had in de moord op VN-blauwhelmen uit Bangladesh. Andere verantwoordelijken voor ernstige schendingen van de mensenrechten werden eveneens opgepakt. Hiervoor verdient de regering onze gelukwensen.

Desondanks zijn er nog altijd zaken die ons verontrusten. Onze kantoren op het terrein registreren nog altijd heel veel schendingen van de mensenrechten. Vaak worden die begaan door ordehandhavers, zowel militairen als politiemensen. Het gaat niet over een geïnstitutionaliseerde politiek, maar om gruweldaden die worden gepleegd door bepaalde elementen. Soms worden mensen zomaar terechtgesteld, willekeurig aangehouden of mishandeld. Er is ook sprake van dwangarbeid, plunderingen enzovoorts.

Het verontrust ons eveneens dat vrouwen zondebokken blijven voor mannen die met frustraties zitten. Dikwijls zijn zij het slachtoffer van verkrachtingen en seksuele uitbuiting. Vrouwen worden ook ontvoerd, mishandeld en gedwongen tewerkgesteld.

In deze pre-verkiezingsperiode merken we ook dat er aanzienlijk meer schendingen van de persvrijheid zijn. Journalisten worden vermoord of opgesloten, meestal in Kinshasa.

Hoe zijn de verhoudingen tussen uw diensten en de overgangsregering ?

In het algemeen onderhouden we met de regering goede, correcte en hoffelijke relaties. We zouden wel graag zien dat de burgerlijke en militaire overheden meer inspanningen doen om te achterhalen wie telkens verantwoordelijk is voor de schendingen van de mensenrechten.

Welke obstakels bemoeilijken uw werk ?

Ik praat liever over operationele beperkingen dan over obstakels. De belangrijkste beperking heeft te maken met onze personeelsbezetting die niet groot genoeg is voor een land dat zo uitgestrekt en complex is als Congo. Communicatiemiddelen zijn hier zo goed als onbestaande. In absolute termen zijn wij van alle vredesmissies van de VN de grootste divisie inzake mensenrechten, met weldra 110 medewerkers. Relatief gezien is onze divisie maar klein. Ter vergelijking: in Congo hebben we 1 mensenrechtenwaarnemer per 750.000 inwoners. In Kosovo gaat het om 1 waarnemer per 24.000 inwoners, in Guatemala hebben we 1 waarnemer per 150.000 burgers. Gelijkaardige verhoudingen gelden voor het te dekken grondgebied.

De beperkingen verhinderen overigens niet dat we ons werk doen en proberen overal waar nodig een onderzoek in te stellen. Het zou mooi zijn als de Congolese autoriteiten dezelfde wil zouden aan de dag leggen. Ik voeg er graag aan toe dat we belangrijke steun krijgen van alle onderdelen van Monuc, het Hoog Commissariaat voor de Rechten van de Mens en de VN in het algemeen. Dat maakt veel zaken een stuk gemakkelijker.

Zorgt de Congolese regering voor obstakels?

Vaak doet de regering weinig of niets om verantwoordelijken voor schendingen van de mensenrechten op te sporen of gevangenen te verzorgen. Ze verantwoordt haar gedrag door een gebrek aan financiële middelen, maar dat vinden wij geen goede uitleg.

Er is ook een bepaald gebrek aan discipline bij de ordehandhavers. Verder zien we dat de institutionele basis van de rechtsstaat nog veel te zwak is. Er bestaan nog kwalijke gewoonten als gevolg van de anarchie die dateert uit de oorlogsjaren. De betaling van de militairen is een probleem, en dat leidt vaak tot misbruiken op de kap van de burgerbevolking. Het civiele en militaire gerecht heeft niet genoeg middelen om zijn taken uit te voeren. Nochtans zijn die taken wel van essentieel belang. Corruptie vind je op ieder niveau…

Functioneren de Congolese mensenrechtenorganisaties goed?

Ik zou hierbij een onderscheid willen maken tussen de Congolese niet-gouvernementele organisaties en de overheidsinstanties.

Een aanzienlijk aantal Congolese NGO’s werkt serieus en zet zich in voor de bescherming en bevordering van de mensenrechten. Ze zijn beter in staat om de mensenrechten te promoten dan om ze echt te verdedigen. Deze NGO’s zijn onze eerste partners wanneer het erop aankomt een rechtsstaat uit te bouwen en de straffeloosheid te bestrijden. Hou er ook rekening mee dat de leden van deze NGO’s soms reële risico’s lopen wanneer ze feiten onderzoeken en de vermoedelijke daders van misdrijven in kaart brengen. Ze verdienen zeer veel bewondering. De civiele maatschappij zal de strijd voor de mensenrechten voortzetten. Het zijn deze organisaties die op doorslaggevende wijze zullen bijdragen tot de uitbouw van een rechtsstaat in Congo.

Bij de overheid hebben we bijvoorbeeld te maken met het ministerie voor de Rechten van de Mens, het Observatoire National des Droits de l’Homme (ONDH) en de Waarheids- en verzoeningscommissie (CVR). Op regeringsniveau is het ministerie voor de Rechten van de Mens onze geprivilegieerde partner. Met de betrokken minister praten we geregeld over onze rapporten en bekommernissen. De minister komt verbeten op voor de rechten van de mens, maar vindt hierbij jammer genoeg niet altijd gehoor.

De leden van het ONDH doen zeer veel aan promotie van de mensenrechten, maar ondernemen te weinig inzake onderzoek. We werken wel regelmatig samen met het Observatoire. Dat was bijvoorbeeld het geval toen we een netwerk van waarnemers installeerden bij de demonstraties rond 30 juni 2005. De Waarheids- en verzoeningscommissie (CVR) lokte veel belangstelling uit toen ze werd opgericht. Haar taken zijn enorm groot, maar haar middelen zijn beperkt.

Is er nu wel een gerecht dat echt onafhankelijk is?

Het dient gezegd dat er sprake is van bemoeienissen. In de praktijk is de rechterlijke macht niet volledig onafhankelijk, maar het gerecht doet wel zijn best. Sommige juristen leveren opmerkelijk werk, maar in het algemeen kan je niet zeggen dat de justitie volledig onafhankelijk functioneert. Het gerecht werkt niet altijd even professioneel en respecteert niet altijd de rechten van de mens.

En er is nog een bijkomend probleem. Op alle institutionele niveaus van de staat heb je af te rekenen met corruptie, zeker niet alleen bij het gerecht. Het is noodzakelijk deze corruptie te bestraffen, vermits het om een strafbaar feit gaat. Congo moet een eind maken aan de corruptie en de verantwoordelijken hiervoor vervolgen en strafrechterlijk veroordelen. Als dit gebeurt, zal dit de werking van alle instellingen en de naleving van de mensenrechten zeker ten goede komen.

Welke aanbevelingen heeft u voor de kandidaten bij de verkiezingscampagne? Wat moeten ze doen opdat de mensenrechten zouden worden nageleefd?

De rechten van de mens en de democratie hangen nauw samen met elkaar. Elke verkiezingscampagne is een campagne voor de democratie, dus moet je ook de rechten van de anderen eerbiedigen. Campagne voeren met respect voor de rechten van mens is positief voor iedereen en vergroot de geloofwaardigheid van de politici.

De Congolezen moeten deze historische kans grijpen, te meer daar er nu de steun is van de internationale gemeenschap. Het gaat om een unieke kans om omstandigheden te creëren die resulteren in een duurzame vrede, gebaseerd op het respect voor de mensenrechten en gekoppeld aan een economische ontwikkeling in het belang van de hele bevolking.

© Monuc – Oscar Mercado, 12.12.05 (vrije bewerking)

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.