07.05.06 Frisse zuidenwind door Africalia (CongoForum)

Africalia: zachte homeopathie

Gie Goris stelt zich voor. Hij is hoofdredacteur van Mo -een maandblad met aandacht voor buitenlandse thema’s-, voorzitter van het Leuvense filmfestival ‘Open Doek’ en Nederlandstalig voorzitter van Africalia. Hij benadrukt ‘Nederlandstalig’, want Africalia is een federale organisatie die twee voorzitters heeft. Mirko Popovitch heeft een goed gevuld cultureel cv en is nu algemeen directeur van Africalia.

De vzw Africalia is ontstaan in 2001 op initiatief van voormalig minister van ontwikkelingssamenwerking Eddy Boutmans. Cultuur was een blinde vlek in de ontwikkelingssamenwerking die Africalia moest opvullen. De vzw krijgt jaarlijkse subsidies om culturele projecten in Afrika en België te steunen. Het grootste deel van het geld gaat naar Afrikaanse projecten, dat door beide heren als het belangrijkste deel wordt beschouwd. De missie van Africalia is voor Gie dubbel: enerzijds doet Africalia aan ontwikkelingshulp en anderzijds streeft de vzw naar culturele en artistieke vooruitgang. Beide aspecten moeten elkaar versterken en constant op elkaar inspelen.

‘Hoe gebeurt de selectie van de projecten?’, vraag ik me af.

"We bekijken project per project. Maar wat een constante is, is dat elk project een sociale rol moet vervullen. We zullen nooit één individuele artiest -hoe geniaal ook- voor een persoonlijke tentoonstelling helpen. We hanteren twee criteria: de objectieve kwaliteit en het totale engagement van het project. Het moet de bevolking vooruit helpen. Het moet een ‘action précise’ zijn: er moet een kritische noot inzitten, het mag niet gaan om ‘animatie’, maar om ‘creatie’. De kunstenaar moet een positie innemen en zo een scheur, een opening forceren zodat een maatschappelijk debat kan ontstaan. Dit hoeft niet de bedoeling van de kunstenaar te zijn, maar moet teweeggebracht worden door de verschillende lagen in het kunstwerk, zodat elk publiek zich erin kan vinden. Deze gelaagdheid mag niet gelijk staan aan elitisme, maar moet een meerwaarde betekenen voor sociale activiteiten."

‘Ok. In het engagementcriterium kan ik me volledig vinden. Maar hoe kan je objectief de kwaliteit van kunst beoordelen?’

"Dit is inderdaad moeilijk, maar toch zijn er bepaalde normen waaraan kunst of een project moet voldoen. Er zijn bepaalde referenties, zoals de gotiek bijvoorbeeld. Universele kunstwaarde bestaan. We selecteren echt op kwaliteit."

‘En wanneer er bijvoorbeeld reeds zes audiovisuele projecten geselecteerd zijn en de volgende twee kandidaten bestaan uit een toneelproject en een filmproject, heeft de eerste dan geen meer kans om geselecteerd te worden?’

"Nee, kwaliteit primeert bij ons op verscheidenheid."

‘Hebben jullie eigenlijk niet een grote invloed en machtspositie, van: ‘jij krijgt hulp en jij niet.’?

"Ik zal een voorbeeld geven. Er was een vrouw die een festival wou organiseren om het talent van de vrouw aan te tonen. De vrouw moet een even belangrijke rol spelen als de man in de samenleving en de democratie. Wij bij Africalia waren enthousiast, want het thema van de vrouw kan zeker op onze belangstelling rekenen. Maar als we het project in detail bestudeerden, zagen we dit… Wie programmeert er? Negen mannen, één vrouw. Wie organiseert? Acht mannen en twee vrouwen, enz. Hier hebben we een probleem met coherentie en waren verplicht het project te weigeren.

Dus ja, we hebben macht, de macht om ‘neen’ te zeggen. Maar we moeten een project in vraag durven stellen, het engagement achterhalen en de coherentie bestuderen. Kunst mag nooit zijn ziel verliezen. We weigeren nooit een project omdat we het bijvoorbeeld niet leuk vinden, mar wel omdat er bijvoorbeeld geen overeenkomst is tussen doel en realiteit."

‘Waarom moet kunst en cultuur eigenlijk gesteund worden in Afrika? Krijgen jullie niet vaak het verwijt dat voedsel, water en gezondheid belangrijker zijn?’

"Ja, maar Africalia gaat ervan uit: waar kunst gemaakt wordt, wordt meer gedaan dan alleen maar overleven. Africalia is zoals homeopathie: zachte, langzame hulp, maar efficiënt en noodzakelijk. Kunst brengt mensen tezamen. Het brengt fierheid, identiteit en hoop. Zo was er in Congo het sprookjesfestival. Er kwamen 1000-den mensen: duidelijk arm, maar solidair. Boterhammen uitdelen heeft geen invloed op de toekomst. Cultuur daarentegen is een investering."

‘Op welke manieren helpt Africalia de Afrikaanse kunst en cultuur?’

"Wel, de problemen die in Afrika heersen zijn meerledig. Enerzijds zijn er de infrastructurele en structurele tekorten. Dit probleem is perfect vergelijkbaar met die van de gezondheidszorg bijvoorbeeld. Africalia biedt financiële en logistieke steun. Maar we doen meer dan dit. Zo is het in Afrika voor kunstenaars zeer moeilijk om meerdere tentoonstellingen te organiseren. In België loopt een tentoonstelling in Brussel, in Gent en in Hasselt. Daar is dit niet evident en loopt een tentoonstelling vaak slechts op één locatie. Een kunstenaar geraakt zeer gemakkelijk geïsoleerd: van zijn publiek en ook van andere kunstenaars. En dit is nefast voor wederzijdse samenwerking en invloeden. De kunstenaar geraakt ook geïsoleerd van de wereld. Bijvoorbeeld, Dallas, dat ze uitzenden in Congo en gedubd is. De Congolezen denken dat dit een kwalitatieve Franse serie is. Aan dit isolement probeert Africalia wat te doen."

Belgische sporen in Congo

‘Gelden dezelfde problemen in Congo?’

"Ja. Voor theater bijvoorbeeld. De grote theatermensen zijn gestorven en er zijn zeer weinig middelen. Daarom is er in Congo nog amper theaterkunst aanwezig. Er zijn amper 4000 theatergezelschappen over heel Congo. We zijn nu ook bezig met enkele opleidingen in de theaterkunst."

‘Zijn jullie met die opleidingen niet bang om de Westerse kunstnormen over te dragen?’

"Ja, dit is inderdaad een gevaar waar we ons bewust van zijn. We letten hier echt mee op."

‘Weer naar Congo dan. Kan u zich nog een goed project herinneren dat in Congo liep?’

(denkt na). Ik ben nieuw en weet natuurlijk niet alles van de afgelopen projecten, maar ik herinner me wel wat. Een project van Barbuti, een Congolees kunstenaar die naar België gevlucht was en hier verder muziek maakte. Hij is met onze hulp teruggekeerd naar Congo om opleidingen te geven, maar dit was zeer duur, o.a. door de huur. Daarom gaat Barbuti nu naar Kisangani, waar het zeer gevaarlijk is. Nu willen we hem helpen in Kisangani. Zijn project is erg sociaal, hij wil zijn volk helpen en zelfstandig laten werken. Anderzijds is ook zijn techniek zeer kwalitatief. Een groot kunstenaar.

De structuur en infrastructuur in Congo is verschrikkelijk, maar het menselijk potentieel is geniaal. Vooral voor de plastische kunsten. En dit ondanks een gebrek aan basis en referentie. Congolese kunstenaars kennen geen confrontatie met collega’s. Er zijn amper tentoonstellingen en academische opleidingen en uitwisselingen zijn quasi nihil. Maar nochtans zijn er dus toch geniale schilders, zoals Sinda, ook beeldhouwer. En Goma Kuhavu die een videoproject opstartte en we ook gesteund hebben, vooral technologisch dan. Er zijn ook veel maatschappelijke projecten: over de massamoorden bijvoorbeeld of over ontvoerde vrouwen. De Congolese vrouwen kwamen op straat in bedden, legden zich neer en riepen: ‘Kom ons ontvoeren!’. Dit was een puur spontane actie, hé, maar een erg culturele reactie eigenlijk! Een terugkerend probleem is dat er weinig schrijvers, musici en theatermensen zijn. Velen vluchten en keren niet meer terug."

‘Wat is er typisch aan de Congolese kunst? Wat is er anders dan bij andere Afrikaanse kunst?’

"Er zijn drie zaken hierin. Ten eerste is er natuurlijk de problematische geschiedenis van Congo. Tien à twintig procent van de Belgen hebben rechtsreeks iets te maken met Congo. Van Congo is er toch al iets bekend bij de Belgen. En omgekeerd geldt dit dus ook. In de populaire cultuur komen Belgische invloeden terug. Zo is het stripverhaal zeer populair in Congo, een typisch Belgisch product. De Congolese BD’s zijn zeer goed, vooral de tekeningen. De fanfare is nog zo een populaire cultuurvorm die ze van de Belgen overgenomen hebben. Dit zijn ‘les traces belges’… Wat ginder ook zeer bekend is, zijn de politieke strips, een mix tussen stripverhaal en karikatuur, ook iets typisch Belgisch.

Ten tweede is er het opvallende verschil tussen de steden – en vooral Kinshasa – en het platteland. In Kinshasa is er een grote groei en wonen nu 10 miljoen mensen met een mengelmoes van culturen. Ondanks deze groei is er geen culturele basis, in tegenstelling tot op het Congolese platteland.

Een derde punt is de invloed van de dictatuur. De populaire cultuurvormen werden gecreëerd door de regering en hadden een enorme invloed. Eenvoudige liedjes, seksuele tekeningen, … Maar er waren ook mensen die zich vragen stelden en zich verzetten tegen de corruptie en het geweld. Vele kunstenaars vluchtten naar Parijs, Canada of België, maar hun drijfveer bleef aanwezig. Zij zijn ongelofelijk geëngageerd om hun land te veranderen. Zo is er Kibushi die naar België vluchtte en animatiefilms maakt. Wij hielpen hem hiermee en na zijn succes keerde hij hiermee terug naar Congo. Hij wou de Congolezen zélf een film laten maken, niet door missionarissen of door de regering. Zijn engagement was ‘rendre mon bagage à mon peuple.’"

Nieuwe wind door Africalia

‘Jullie zijn allebei nieuw in de organisatie. Zijn jullie dingen die je veranderd willen zien?’

Gie: "Africalia moet ten eerste blijven bestaan. Meer en meer mensen moeten achter Africalia en haar acties staan. Er zouden ook meer investeringen mogen komen. Cultuur is iets belangrijk en wordt in België goed gesteund. Waarom zou dit dan niet in Afrika gebeuren?

We willen ook de draagkracht en de zichtbaarheid van Africalia vergroten, vooral in Vlaanderen. Nu Africalia na vijf jaar ervaring goed draait, moeten we een stap verder gaan. Zo moeten de mensen beseffen dat Beaufort -het kunstproject aan zee- gesteund wordt door Africalia. We moeten bouwen aan een netwerk.

Gelukkig krijgen we nu veel aandacht als nieuw duo in Africalia, een soort tandem. Dit is niet voor ons persoonlijk belangrijk, maar is goed om de nieuwe inzet aan te tonen en Africalia meer bekendheid te geven."

Mirko: "Ik ben het volledig met je eens. Persoonlijk vind ik bovendien dat Africalia te francofoon is. Ten eerste bestaat onze ploeg voornamelijk uit Franstalige medewerkers en ten tweede richtten we ons iets te veel op de Franstalige landen in Afrika. Er zijn 400 aanvragen om projecten te steunen, waarvan we er 70 uitvoeren. Deze 70 moeten ongeveer evenredig geografisch verspreid zijn over Afrika. We moeten ons ook steeds bewust zijn van wie we ten dienste staan: de armen of de rijken? We willen geen elitaire artiesten steunen maar kunstenaars die Afrika vooruit willen helpen. Om de Afrikanen fier te laten zijn op hun cultuur, op hun land. Om hun te laten voelen: ‘j’existe’."

‘Ik kan jullie alleen maar veel succes wensen met deze mooie ambities en danken voor het interview.’

© CongoForum -Sarah Vanbrabant , 07.05.06

Voor meer informatie over Africalia en de lopende projecten, surf naar www.africalia.be.

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.

07.05.06 Frisse zuidenwind door Africalia (CongoForum)

We zitten in een typisch Brussels café, elk van onze koffie te slurpen. De mijne wordt wel snel koud, want ik heb amper tijd om te drinken: ik schrijf alsof de wereld ervan afhangt. Gie en vooral Mirko overdonderen me op elke vraag met lange, enthousiaste en geargumenteerde antwoorden. Of het nu gaat over de missie van Africalia, of over de Congolese cultuur of over kunst in het algemeen, ik hoef amper vragen te stellen. Deze twee autoriteiten in de culturele wereld hebben duidelijk iets te vertellen.

 

Africalia: zachte homeopathie

Gie Goris stelt zich voor. Hij is hoofdredacteur van Mo -een maandblad met aandacht voor buitenlandse thema’s-, voorzitter van het Leuvense filmfestival ‘Open Doek’ en Nederlandstalig voorzitter van Africalia. Hij benadrukt ‘Nederlandstalig’, want Africalia is een federale organisatie die twee voorzitters heeft. Mirko Popovitch heeft een goed gevuld cultureel cv en is nu algemeen directeur van Africalia.  

De vzw Africalia is ontstaan in 2001 op initiatief van voormalig minister van ontwikkelingssamenwerking Eddy Boutmans. Cultuur was een blinde vlek in de ontwikkelingssamenwerking die Africalia moest opvullen. De vzw krijgt jaarlijkse subsidies om culturele projecten in Afrika en België te steunen. Het grootste deel van het geld gaat naar Afrikaanse projecten, dat door beide heren als het belangrijkste deel wordt beschouwd. De missie van Africalia is voor Gie dubbel: enerzijds doet Africalia aan ontwikkelingshulp en anderzijds streeft de vzw naar culturele en artistieke vooruitgang. Beide aspecten moeten elkaar versterken en constant op elkaar inspelen.

 

Hoe gebeurt de selectie van de projecten?’, vraag ik me af.

“We bekijken project per project. Maar wat een constante is, is dat elk project een sociale rol moet vervullen. We zullen nooit één individuele artiest -hoe geniaal ook- voor een persoonlijke tentoonstelling helpen. We hanteren twee criteria: de objectieve kwaliteit en het totale engagement van het project. Het moet de bevolking vooruit helpen. Het moet een ‘action précise’ zijn: er moet een kritische noot inzitten, het mag niet gaan om ‘animatie’, maar om ‘creatie’. De kunstenaar moet een positie innemen en zo een scheur, een opening forceren zodat een maatschappelijk debat kan ontstaan. Dit hoeft niet de bedoeling van de kunstenaar te zijn, maar moet teweeggebracht worden door de verschillende lagen in het kunstwerk, zodat elk publiek zich erin kan vinden. Deze gelaagdheid mag niet gelijk staan aan elitisme, maar moet een meerwaarde betekenen voor sociale activiteiten.”

‘Ok. In het engagementcriterium kan ik me volledig vinden. Maar hoe kan je objectief de kwaliteit van kunst beoordelen?’

“Dit is inderdaad moeilijk, maar toch zijn er bepaalde normen waaraan kunst of een project moet voldoen. Er zijn bepaalde referenties, zoals de gotiek bijvoorbeeld. Universele kunstwaarde bestaan. We selecteren echt op kwaliteit.”

‘En wanneer er bijvoorbeeld reeds zes audiovisuele projecten geselecteerd zijn en de volgende twee kandidaten bestaan uit een toneelproject en  een filmproject, heeft de eerste dan geen meer kans om geselecteerd te worden?’

“Nee, kwaliteit primeert bij ons op verscheidenheid.”

Hebben jullie eigenlijk niet een grote invloed en machtspositie, van: ‘jij krijgt hulp en jij niet.’?

“Ik zal een voorbeeld geven. Er was een vrouw die een festival wou organiseren om het talent van de vrouw aan te tonen. De vrouw moet een even belangrijke rol spelen als de man in de samenleving en de democratie. Wij bij Africalia waren enthousiast, want het thema van de vrouw kan zeker op onze belangstelling rekenen. Maar als we het project in detail bestudeerden, zagen we dit… Wie programmeert er? Negen mannen, één vrouw. Wie organiseert? Acht mannen en twee vrouwen, enz. Hier hebben we een probleem met coherentie en waren verplicht het project te weigeren.

Dus ja, we hebben macht, de macht om ‘neen’ te zeggen. Maar we moeten een project in vraag durven stellen, het engagement achterhalen en de coherentie bestuderen. Kunst mag nooit zijn ziel verliezen. We weigeren nooit een project omdat we het bijvoorbeeld niet leuk vinden, mar wel omdat er bijvoorbeeld geen overeenkomst is tussen doel en realiteit.”

Waarom moet kunst en cultuur eigenlijk gesteund worden in Afrika? Krijgen jullie niet vaak het verwijt dat voedsel, water en gezondheid belangrijker zijn?’

“Ja, maar Africalia gaat ervan uit: waar kunst gemaakt wordt, wordt meer gedaan dan alleen maar overleven. Africalia is zoals homeopathie: zachte, langzame hulp, maar efficiënt en noodzakelijk. Kunst brengt mensen tezamen. Het brengt fierheid, identiteit en hoop. Zo was er in Congo het sprookjesfestival. Er kwamen 1000-den mensen: duidelijk arm, maar solidair. Boterhammen uitdelen heeft geen invloed op de toekomst. Cultuur daarentegen is een investering.”

‘Op welke manieren helpt Africalia de Afrikaanse kunst en cultuur?’

“Wel, de problemen die in Afrika heersen zijn meerledig. Enerzijds zijn er de infrastructurele en structurele tekorten. Dit probleem is perfect vergelijkbaar met die van de gezondheidszorg bijvoorbeeld. Africalia biedt financiële en logistieke steun. Maar we doen meer dan dit. Zo is het in Afrika voor kunstenaars zeer moeilijk om meerdere tentoonstellingen te organiseren. In België loopt een tentoonstelling in Brussel, in Gent en in Hasselt. Daar is dit niet evident en loopt een tentoonstelling vaak slechts op één locatie. Een kunstenaar geraakt zeer gemakkelijk geïsoleerd: van zijn publiek en ook van andere kunstenaars. En dit is nefast voor wederzijdse samenwerking en invloeden. De kunstenaar geraakt ook geïsoleerd van de wereld. Bijvoorbeeld, Dallas, dat ze uitzenden in Congo en gedubd is. De Congolezen denken dat dit een kwalitatieve Franse serie is. Aan dit isolement probeert Africalia wat te doen.”

 

 

Belgische sporen in Congo

‘Gelden dezelfde problemen in Congo?’

“Ja. Voor theater bijvoorbeeld. De grote theatermensen zijn gestorven en er zijn zeer weinig middelen. Daarom is er in Congo nog amper theaterkunst aanwezig. Er zijn amper 4000 theatergezelschappen over heel Congo. We zijn nu ook bezig met enkele opleidingen in de theaterkunst.”

‘Zijn jullie met die opleidingen niet bang om de Westerse kunstnormen over te dragen?’

“Ja, dit is inderdaad een gevaar waar we ons bewust van zijn. We letten hier echt mee op.”

‘Weer naar Congo dan. Kan u zich nog een goed project herinneren dat in Congo liep?’

(denkt na). Ik ben nieuw en weet natuurlijk niet alles van de afgelopen projecten, maar ik herinner me wel wat. Een project van Barbuti, een Congolees kunstenaar die naar België gevlucht was en hier verder muziek maakte. Hij is met onze hulp teruggekeerd naar Congo om opleidingen te geven, maar dit was zeer duur, o.a. door de huur. Daarom gaat Barbuti nu naar Kisangani, waar het zeer gevaarlijk is. Nu willen we hem helpen in Kisangani. Zijn project is erg sociaal, hij wil zijn volk helpen en zelfstandig laten werken. Anderzijds is ook zijn techniek zeer kwalitatief. Een groot kunstenaar.

De structuur en infrastructuur in Congo is verschrikkelijk, maar het menselijk potentieel is geniaal. Vooral voor de plastische kunsten. En dit ondanks een gebrek aan basis en referentie. Congolese kunstenaars kennen geen confrontatie met collega’s. Er zijn amper tentoonstellingen en academische opleidingen en uitwisselingen zijn quasi nihil. Maar nochtans zijn er dus toch geniale schilders, zoals  Sinda, ook beeldhouwer. En Goma Kuhavu die een videoproject opstartte en we ook gesteund hebben, vooral technologisch dan. Er zijn ook veel maatschappelijke projecten: over de massamoorden bijvoorbeeld of over ontvoerde vrouwen. De Congolese vrouwen kwamen op straat in bedden, legden zich neer en riepen: ‘Kom ons ontvoeren!’. Dit was een puur spontane actie, hé, maar een erg culturele reactie eigenlijk!

Een terugkerend probleem is dat er weinig schrijvers, musici en theatermensen zijn. Velen vluchten en keren niet meer terug.”

‘Wat is er typisch aan de Congolese kunst? Wat is er anders dan bij andere Afrikaanse kunst?’

“Er zijn drie zaken hierin. Ten eerste is er natuurlijk de problematische geschiedenis van Congo. Tien à twintig procent van de Belgen hebben rechtsreeks iets te maken met Congo. Van Congo is er toch al iets bekend bij de Belgen. En omgekeerd geldt dit dus ook. In de populaire cultuur komen Belgische invloeden terug. Zo is het stripverhaal zeer populair in Congo, een typisch Belgisch product. De Congolese BD’s zijn zeer goed, vooral de tekeningen. De fanfare is nog zo een populaire cultuurvorm die ze van de Belgen overgenomen hebben. Dit zijn ‘les traces belges’… Wat ginder ook zeer bekend is, zijn de politieke strips, een mix tussen stripverhaal en karikatuur, ook iets typisch Belgisch.

Ten tweede is er het opvallende verschil tussen de steden – en vooral Kinshasa – en het platteland. In Kinshasa is er een grote groei en wonen nu 10 miljoen mensen met een mengelmoes van culturen. Ondanks deze groei is er geen culturele basis, in tegenstelling tot op het Congolese platteland.

Een derde punt is de invloed van de dictatuur. De populaire cultuurvormen werden gecreëerd door de regering en hadden een enorme invloed. Eenvoudige liedjes, seksuele tekeningen, … Maar er waren ook mensen die zich vragen stelden en zich verzetten tegen de corruptie en het geweld. Vele kunstenaars vluchtten naar Parijs, Canada of België, maar hun drijfveer bleef aanwezig. Zij zijn ongelofelijk geëngageerd om hun land te veranderen. Zo is er Kibushi die naar België vluchtte en animatiefilms maakt. Wij hielpen hem hiermee en na zijn succes keerde hij hiermee terug naar Congo. Hij wou de Congolezen zélf een film laten maken, niet door missionarissen of door de regering. Zijn engagement was ‘rendre mon bagage à mon peuple.’”

 

 

Nieuwe wind door Africalia

‘Jullie zijn allebei nieuw in de organisatie. Zijn jullie dingen die je veranderd willen zien?’

Gie: “Africalia moet ten eerste blijven bestaan. Meer en meer mensen moeten achter Africalia en haar acties staan. Er zouden ook meer investeringen mogen komen. Cultuur is iets belangrijk en wordt in België goed gesteund. Waarom zou dit dan niet in Afrika gebeuren?

We willen ook de draagkracht en de zichtbaarheid van Africalia vergroten, vooral in Vlaanderen. Nu Africalia na vijf jaar ervaring goed draait, moeten we een stap verder gaan. Zo moeten de mensen beseffen dat Beaufort -het kunstproject aan zee- gesteund wordt door Africalia. We moeten bouwen aan een netwerk.

Gelukkig krijgen we nu veel aandacht als nieuw duo in Africalia, een soort tandem. Dit is niet voor ons persoonlijk belangrijk, maar is goed om de nieuwe inzet aan te tonen en Africalia meer bekendheid te geven.”

Mirko: “Ik ben het volledig met je eens. Persoonlijk vind ik bovendien dat Africalia te francofoon is. Ten eerste bestaat onze ploeg voornamelijk uit Franstalige medewerkers en ten tweede richtten we ons iets te veel op de Franstalige landen in Afrika. Er zijn 400 aanvragen om projecten te steunen, waarvan we er 70 uitvoeren. Deze 70 moeten ongeveer evenredig geografisch verspreid zijn over Afrika. We moeten ons ook steeds bewust zijn van wie we ten dienste staan: de armen of de rijken? We willen geen elitaire artiesten steunen maar kunstenaars die Afrika vooruit willen helpen. Om de Afrikanen fier te laten zijn op hun cultuur, op hun land. Om hun te laten voelen: ‘j’existe’.”

‘Ik kan jullie alleen maar veel succes wensen met deze mooie ambities en danken voor het interview.’

 

Voor meer informatie over Africalia en de lopende projecten, surf naar www.africalia.be.

 

© CongoForum -Sarah Vanbrabant , 07.05.06

 

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.