05.06.06 Interview B. Kasonga: priester, student én presidentskandidaat (CongoForum)

Problemen en oplossingen

Banyingela woont zes jaar in België, even lang als hij aan zijn doctoraat werkt. Hij studeert theologische wetenschappen in Leuven en is hoogstwaarschijnlijk de enige 47-jarige Congolese presidentskandidaat in zijn klas. Hij hoopt in zijn laatste studiejaar te slagen en met succes zijn doctoraat over incarnatie en dogma’s te verdedigen. Maar momenteel heeft hij het natuurlijk druk met zijn kandidatuur voor het presidentschap.

Hoe kom je in hemelsnaam op het idee om president te worden, vraag ik me af. Dat gebeurt niet op één dag, zegt Banyingela verontwaardigd. Hij is er al een hele tijd mee bezig en het idee groeide steeds verder. Maar de grote klik kwam er in 1998. Toen was hij schoolhoofd in Congo en zag hij dat leerkrachten 2 dollar per maand verdienden. Dat grote families hiermee moeten rondkomen is sowieso een schande, maar wanneer Banyingela dit vergelijkt met het 20.000-dubbele loon van een minister, revolteert hij en groeit het plan hier iets aan te doen.

Meteen heeft hij één van de belangrijkste punten van zijn programma gevonden: het herverdelen van de nationale rijkdommen. Hiermee nauw verbonden raakt hij onmiddellijk zijn tweede stokpaardje aan: alle Congolese ambtenaren moeten een redelijk salaris krijgen. Een loon waarmee men wel een redelijk leven kan leiden.

Banyingela wordt emotioneel en schetst de situatie in Congo. Zijn moeder deed elke dag ‘le tour de marché’ om olie, vis en groenten te verkopen. De wegen zijn verschrikkelijk slecht en bovendien heeft bijna niemand de middelen om een fiets, laat staan een auto te kopen. De presidentskandidaat vertelt hoe vrouwen die gaan bevallen van het platteland naar de stad gevoerd moesten worden. Vaak is een dorp immers tientallen kilometers verwijderd van het dichtstbijzijnde hospitaal. Hij herinnert zich schrijnende beelden van kermende vrouwen met weeën die op een fiets naar een kliniek vervoerd werden en soms onderweg stierven. Wanneer er complicaties optreden of wanneer een keizersnede vereist is, halen de vrouwen het vaak niet.

Banyingela is niet sentimenteel maar vooral kwaad. ‘Begrijp je dat?!’, vraag hij luid. ‘Kan je dat begrijpen?’. Ik voel zijn machteloosheid en vraag naar mogelijke oplossingen.

‘Goede wegen’, zo luidt het. Dit is essentieel. Er moeten ook meer middelen komen, maar laten we starten met betere wegen. Hoewel de mogelijke toekomstige president nog geen officieel programma heeft, zijn reeds enkele programmapunten duidelijk: betere wegen, betere salarissen en een herverdeling van de rijkdommen.

Banyingela weidt uit over het tweede punt. Wanneer de ambtenaren een redelijk loon krijgen heeft dat directe gevolgen. Er zal geen corruptie meer zijn en ze zullen de mogelijkheid hebben om een huis te bouwen en in hun dorp te blijven. De infrastructuur zal verbeteren. Nu vluchten vele Congolezen naar de steden. Ze moeten op het platteland blijven, vindt Banyingela. De boeren moeten er hun gewassen kweken en hun akkers bewerken. De productie zal stijgen en de Congolezen kunnen op die manier in hun eigen productie voorzien. Invoer van het buitenland zal op lange termijn niet meer nodig zijn. Met goede wegen kunnen de gewassen vlot vervoerd worden naar de steden die met hun koopkracht de dorpen kunnen helpen.

Ik vraag me af of de stedelingen wel de financiële mogelijkheid hebben anderen te helpen? Wel als ze een redelijk loon krijgen, volgens Banyingela. Het is duidelijk dat zijn programmapunten nauw samenhangen maar ze draaien ook in cirkels. De ene oplossing bouwt voort op de andere en de toekomst zal (eventueel) moeten uitwijzen of deze keten voldoende stabiel is. Banyingela blijkt onbewust mijn gedachtegang te volgen.

Congo weet zelf wat het nodig heeft

Congo heeft nood aan stabiliteit en veiligheid. We hebben een goed leger nodig. Soldaten zijn ook ambtenaren, zij hebben ook recht op een hogere soldij. Hier is Kinshasa in de fout gegaan. De regering heeft geen goed leger gevormd. Een VN-missie is een betere oplossing. Hier kunnen we Europa gebruiken. Iedereen heeft nood aan anderen, Congo ook. Dit is ook verankerd in de Congolese cultuur: solidariteit. Maar Europa moet luisteren naar wat we nodig hebben, naar de concrete noden van Congo. We zijn geen kinderen aan wie verteld moet worden wat we moeten doen. Dat is een gebrek aan respect! Er moet een dialoog komen en er moet dus ook geluísterd worden. Niet zoals Louis Michel doet bijvoorbeeld. Hij heeft een brug laten bouwen in Brazzaville/Luanda die we echt niet nodig hebben. Dit is ons uitlachen, we weten zelf wat goed voor ons is!

Nu de link met het Westen is gelegd, vraag ik wat Banyingela geleerd heeft van het Belgische bestuur? Positieve dingen, zaken die anders kunnen? De Leuvense student begint positief. Hij vindt ervaring belangrijk en vindt dat je er sowieso uit leert. Hij vindt België een voorbeeld van openheid en mogelijkheid tot kritiek, ook op politici. Hij haalt het voorbeeld aan van zonder diploma. In Congo is kritiek op dergelijk niveau niet mogelijk. Wanneer je politici beschuldigt, ga je de gevangenis in. Zowel de media, het parlement als de Congolese burgers moeten kritiek kunnen uiten.

Minder positief is Banyingela over de commissaris van de Europese Unie, Louis Michel. Hij manipuleert de publieke opinie. Iedereen gelooft daardoor dat Kabila het sowieso zal halen. Dat is niet eerlijk, dit is manipulatie en geen democratie. In een democratie moeten de mensen zelf vrij kunnen kiezen. Banyingela is ervan overtuigd dat de Congolezen een geloofwaardige kandidaat willen en geen nood hebben aan manipulatie.

Hijzelf heeft een zuiver verleden en wanneer iets beloofd is, zal hij dit ook realiseren. Door dit ‘propere verleden’ gelooft Banyingela dat hij een grote kans maakt om president te worden. De rest zijn allemaal moordenaars, zo klinkt het. Zou hij ook tevreden zijn met veel stemmen, maar zonder de presidentszetel? Neen, zegt hij overtuigd. Wanneer ik meedoe, wil ik winnen. Ik ben optimistisch! Mijn campagne richt zich tot alle provincies, tot alle bevolkingsgroepen, … Ik ben er ook voor de studenten en de vrouwen, wat zeer belangrijke groepen zijn. Maar de Alliance des Paysans et Ecologistes (de partij van Banyingela, nvdr) richt zich natuurlijk vooral op de boeren, zij zijn immers de grootste groep in de Congolese dorpen, 80 à 90 procent van de bevolking.

Kabila wordt niet de nieuwe president

Banyingela is de studenten dus niet vergeten, maar hij is ook priester. Kan het priesterschap hem iets leren voor het ambt van president? Hij denkt een tijdje na, en repliceert dan weldoordacht. Ja, het menselijke. De basis van het priester zijn bestaat uit het erkennen van menselijke waarden. En dit is ook zo in de politiek: ‘la promotion de l’humain’. De middelen zijn anders, maar het doel is hetzelfde: rechtvaardigheid, liefde en broederlijkheid. Deze waarden leidden hem tot zijn kandidatuurschap.

Ik besluit een stoute vraag te stellen: welke roeping is het grootst: deze als priester of als president? Banyingela vindt mijn vraag bizar: het gaat helemaal niet om een roeping. Het is geen doctrine, maar een keuze. Men moet juist verantwoordelijkheden aangaan en zelf beslissingen nemen. Of die nu gebeuren uit de naam van God of niet, is voor hem hetzelfde. Hijzelf is vooral priester en presidentskandidaat op basis van de menselijke waarden en om van deze plek een mooiere wereld te maken.

Vooraleer we helemaal in dromenland belanden zet ik de geïnterviewde weer met beide benen op de grond: ik pols wie hijzelf als zijn grootste concurrenten ziet? Hij zwijgt en weet niet direct een mogelijke opponent tussen de 32 andere kandidaten. ‘Kabila?’ opper ik. ‘Hij is bekend in heel Congo’. De priester antwoordt heel ad rem: bekend als moordenaar en vreemdeling, ja! (Er wordt betwist of de president echt Congolees is, nvdr). Hij lacht met de miserie van de mensen.

‘En wanneer hij zou herverkozen worden?’ Dan zou ik heel ontgoocheld zijn. Maar het zou komen door Louis Michel, niet door de Congolezen. Wanneer de verkiezingen veilig en democratisch verlopen, zal Kabila niet winnen. Maar of alles zo zal verlopen betwijfel ik. Er zijn goede bedoelingen bij de internationale commissie, maar er is nog steeds corruptie, er zijn de multinationals met hun hoge belangen. Overal zijn er pionnen. We zullen zien.

Op het Brusselse terras drinken we beiden ons glas bier leeg en horen we nog de trommels van een optocht die langs de Grote Markt trekt. Een stoet van bi- en homoseksuelen die ijveren voor erkenning en respect. Ik besluit een laatste paar vragen te stellen. ‘Wat vindt u van deze optocht, van homoseksualiteit?’

Banyingela kronkelt wat ongemakkelijk op zijn stoel. Tja, aarzelt hij. Ik denk dat het een cultureel fenomeen is. Ik keur het niet af, maar het moet zeker ook niet aangemoedigd worden. Ik begrijp het eigenlijk niet zo goed. Een ziekte zal het niet zijn, maar het is een waarde, een cultureel verschijnsel. Ze willen hun autonomie bevestigen en hun onafhankelijkheid uiten. Maar ze doden het sociale stelsel. Zou iedereen homoseksueel zijn, dan waren er geen kinderen meer.

Ik lach even en stel mijn laatste vraag: ‘En condooms, hoe denkt u daarover als Congolees en al volgeling van de katholieke kerk?’ Ik geloof niet dat voorbehoedsmiddelen helpen tegen HIV, we moeten vooral de armoede bestrijden. HIV heerst vooral bij de armere klassen. In de milieus waar armoede heerst komt namelijk veel kidnapping en prostitutie voor. Congo kan wel tijdelijk de condooms steunen, om doden te vermijden, maar we moeten vooral vechten tegen de armoede. De mensen moeten geïnformeerd worden. We moeten vooruitgaan en we kunnen dit voor een groot deel zelf.

© CongoForum – Sarah Vanbrabant, 04.06.06

Homoseksuelen en condooms

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.

05.06.06 Interview B. Kasonga: priester, student én presidentskandidaat (CongoForum)

Problemen en oplossingen

Banyingela woont zes jaar in België, even lang als hij aan zijn doctoraat werkt. Hij studeert theologische wetenschappen in Leuven en is hoogstwaarschijnlijk de enige 47-jarige Congolese presidentskandidaat in zijn klas. Hij hoopt in zijn laatste studiejaar te slagen en met succes zijn doctoraat over incarnatie en dogma’s te verdedigen. Maar momenteel heeft hij het natuurlijk druk met zijn kandidatuur voor het presidentschap.

Hoe kom je in hemelsnaam op het idee om president te worden, vraag ik me af. Dat gebeurt niet op één dag, zegt Banyingela verontwaardigd. Hij is er al een hele tijd mee bezig en het idee groeide steeds verder. Maar de grote klik kwam er in 1998. Toen was hij schoolhoofd in Congo en zag hij dat leerkrachten 2 dollar per maand verdienden. Dat grote families hiermee moeten rondkomen is sowieso een schande, maar wanneer Banyingela dit vergelijkt met het 20.000-dubbele loon van een minister, revolteert hij en groeit het plan hier iets aan te doen.

Meteen heeft hij één van de belangrijkste punten van zijn programma gevonden: het herverdelen van de nationale rijkdommen. Hiermee nauw verbonden raakt hij onmiddellijk zijn tweede stokpaardje aan: alle Congolese ambtenaren moeten een redelijk salaris krijgen. Een loon waarmee men wel een redelijk leven kan leiden.

Banyingela wordt emotioneel en schetst de situatie in Congo. Zijn moeder deed elke dag ‘le tour de marché’ om olie, vis en groenten te verkopen. De wegen zijn verschrikkelijk slecht en bovendien heeft bijna niemand de middelen om een fiets, laat staan een auto te kopen. De presidentskandidaat vertelt hoe vrouwen die gaan bevallen van het platteland naar de stad gevoerd moesten worden. Vaak is een dorp immers tientallen kilometers verwijderd van het dichtstbijzijnde hospitaal. Hij herinnert zich schrijnende beelden van kermende vrouwen met weeën die op een fiets naar een kliniek vervoerd werden en soms onderweg stierven. Wanneer er complicaties optreden of wanneer een keizersnede vereist is, halen de vrouwen het vaak niet.

Banyingela is niet sentimenteel maar vooral kwaad. ‘Begrijp je dat?!’, vraag hij luid. ‘Kan je dat begrijpen?’. Ik voel zijn machteloosheid en vraag naar mogelijke oplossingen.

‘Goede wegen’, zo luidt het. Dit is essentieel. Er moeten ook meer middelen komen, maar laten we starten met betere wegen. Hoewel de mogelijke toekomstige president nog geen officieel programma heeft, zijn reeds enkele programmapunten duidelijk: betere wegen, betere salarissen en een herverdeling van de rijkdommen.

Banyingela weidt uit over het tweede punt. Wanneer de ambtenaren een redelijk loon krijgen heeft dat directe gevolgen. Er zal geen corruptie meer zijn en ze zullen de mogelijkheid hebben om een huis te bouwen en in hun dorp te blijven. De infrastructuur zal verbeteren. Nu vluchten vele Congolezen naar de steden. Ze moeten op het platteland blijven, vindt Banyingela. De boeren moeten er hun gewassen kweken en hun akkers bewerken. De productie zal stijgen en de Congolezen kunnen op die manier in hun eigen productie voorzien. Invoer van het buitenland zal op lange termijn niet meer nodig zijn. Met goede wegen kunnen de gewassen vlot vervoerd worden naar de steden die met hun koopkracht de dorpen kunnen helpen.

Ik vraag me af of de stedelingen wel de financiële mogelijkheid hebben anderen te helpen? Wel als ze een redelijk loon krijgen, volgens Banyingela. Het is duidelijk dat zijn programmapunten nauw samenhangen maar ze draaien ook in cirkels. De ene oplossing bouwt voort op de andere en de toekomst zal (eventueel) moeten uitwijzen of deze keten voldoende stabiel is. Banyingela blijkt onbewust mijn gedachtegang te volgen.

Congo weet zelf wat het nodig heeft

Congo heeft nood aan stabiliteit en veiligheid. We hebben een goed leger nodig. Soldaten zijn ook ambtenaren, zij hebben ook recht op een hogere soldij. Hier is Kinshasa in de fout gegaan. De regering heeft geen goed leger gevormd. Een VN-missie is een betere oplossing. Hier kunnen we Europa gebruiken. Iedereen heeft nood aan anderen, Congo ook. Dit is ook verankerd in de Congolese cultuur: solidariteit. Maar Europa moet luisteren naar wat we nodig hebben, naar de concrete noden van Congo. We zijn geen kinderen aan wie verteld moet worden wat we moeten doen. Dat is een gebrek aan respect! Er moet een dialoog komen en er moet dus ook geluísterd worden. Niet zoals Louis Michel doet bijvoorbeeld. Hij heeft een brug laten bouwen in Brazzaville/Luanda die we echt niet nodig hebben. Dit is ons uitlachen, we weten zelf wat goed voor ons is!

Nu de link met het Westen is gelegd, vraag ik wat Banyingela geleerd heeft van het Belgische bestuur? Positieve dingen, zaken die anders kunnen? De Leuvense student begint positief. Hij vindt ervaring belangrijk en vindt dat je er sowieso uit leert. Hij vindt België een voorbeeld van openheid en mogelijkheid tot kritiek, ook op politici. Hij haalt het voorbeeld aan van zonder diploma. In Congo is kritiek op dergelijk niveau niet mogelijk. Wanneer je politici beschuldigt, ga je de gevangenis in. Zowel de media, het parlement als de Congolese burgers moeten kritiek kunnen uiten.

Minder positief is Banyingela over de commissaris van de Europese Unie, Louis Michel. Hij manipuleert de publieke opinie. Iedereen gelooft daardoor dat Kabila het sowieso zal halen. Dat is niet eerlijk, dit is manipulatie en geen democratie. In een democratie moeten de mensen zelf vrij kunnen kiezen. Banyingela is ervan overtuigd dat de Congolezen een geloofwaardige kandidaat willen en geen nood hebben aan manipulatie.

Hijzelf heeft een zuiver verleden en wanneer iets beloofd is, zal hij dit ook realiseren. Door dit ‘propere verleden’ gelooft Banyingela dat hij een grote kans maakt om president te worden. De rest zijn allemaal moordenaars, zo klinkt het. Zou hij ook tevreden zijn met veel stemmen, maar zonder de presidentszetel? Neen, zegt hij overtuigd. Wanneer ik meedoe, wil ik winnen. Ik ben optimistisch! Mijn campagne richt zich tot alle provincies, tot alle bevolkingsgroepen, … Ik ben er ook voor de studenten en de vrouwen, wat zeer belangrijke groepen zijn. Maar de Alliance des Paysans et Ecologistes (de partij van Banyingela, nvdr) richt zich natuurlijk vooral op de boeren, zij zijn immers de grootste groep in de Congolese dorpen, 80 à 90 procent van de bevolking.

Kabila wordt niet de nieuwe president

Banyingela is de studenten dus niet vergeten, maar hij is ook priester. Kan het priesterschap hem iets leren voor het ambt van president? Hij denkt een tijdje na, en repliceert dan weldoordacht. Ja, het menselijke. De basis van het priester zijn bestaat uit het erkennen van menselijke waarden. En dit is ook zo in de politiek: ‘la promotion de l’humain’. De middelen zijn anders, maar het doel is hetzelfde: rechtvaardigheid, liefde en broederlijkheid. Deze waarden leidden hem tot zijn kandidatuurschap.

Ik besluit een stoute vraag te stellen: welke roeping is het grootst: deze als priester of als president? Banyingela vindt mijn vraag bizar: het gaat helemaal niet om een roeping. Het is geen doctrine, maar een keuze. Men moet juist verantwoordelijkheden aangaan en zelf beslissingen nemen. Of die nu gebeuren uit de naam van God of niet, is voor hem hetzelfde. Hijzelf is vooral priester en presidentskandidaat op basis van de menselijke waarden en om van deze plek een mooiere wereld te maken.

Vooraleer we helemaal in dromenland belanden zet ik de geïnterviewde weer met beide benen op de grond: ik pols wie hijzelf als zijn grootste concurrenten ziet? Hij zwijgt en weet niet direct een mogelijke opponent tussen de 32 andere kandidaten. ‘Kabila?’ opper ik. ‘Hij is bekend in heel Congo’. De priester antwoordt heel ad rem: bekend als moordenaar en vreemdeling, ja! (Er wordt betwist of de president echt Congolees is, nvdr). Hij lacht met de miserie van de mensen.

‘En wanneer hij zou herverkozen worden?’ Dan zou ik heel ontgoocheld zijn. Maar het zou komen door Louis Michel, niet door de Congolezen. Wanneer de verkiezingen veilig en democratisch verlopen, zal Kabila niet winnen. Maar of alles zo zal verlopen betwijfel ik. Er zijn goede bedoelingen bij de internationale commissie, maar er is nog steeds corruptie, er zijn de multinationals met hun hoge belangen. Overal zijn er pionnen. We zullen zien.

Homoseksuelen en condooms

Op het Brusselse terras drinken we beiden ons glas bier leeg en horen we nog de trommels van een optocht die langs de Grote Markt trekt. Een stoet van bi- en homoseksuelen die ijveren voor erkenning en respect. Ik besluit een laatste paar vragen te stellen. ‘Wat vindt u van deze optocht, van homoseksualiteit?’

Banyingela kronkelt wat ongemakkelijk op zijn stoel. Tja, aarzelt hij. Ik denk dat het een cultureel fenomeen is. Ik keur het niet af, maar het moet zeker ook niet aangemoedigd worden. Ik begrijp het eigenlijk niet zo goed. Een ziekte zal het niet zijn, maar het is een waarde, een cultureel verschijnsel. Ze willen hun autonomie bevestigen en hun onafhankelijkheid uiten. Maar ze doden het sociale stelsel. Zou iedereen homoseksueel zijn, dan waren er geen kinderen meer.

Ik lach even en stel mijn laatste vraag: ‘En condooms, hoe denkt u daarover als Congolees en al volgeling van de katholieke kerk?’ Ik geloof niet dat voorbehoedsmiddelen helpen tegen HIV, we moeten vooral de armoede bestrijden. HIV heerst vooral bij de armere klassen. In de milieus waar armoede heerst komt namelijk veel kidnapping en prostitutie voor. Congo kan wel tijdelijk de condooms steunen, om doden te vermijden, maar we moeten vooral vechten tegen de armoede. De mensen moeten geïnformeerd worden. We moeten vooruitgaan en we kunnen dit voor een groot deel zelf.

© CongoForum – Sarah Vanbrabant, 04.06.06

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.