14.03.08 Wanneer geweren worden ingeruild voor kettingzagen (CongoForum)

SIJBEKARSPEL – In de Oostelijke Provincie van Congo ligt het Ituriwoud. In dit grote, dicht begroeide heuvelachtige oerwoud wonen nog zo’n 60.000 pygmeeën die deels traditioneel leven van wat de natuur opbrengt. Maar voor hoe lang nog, vraagt Ruud Muis van de Nederlandse Stichting Pygmeeën Kleinood zich af.

Het woud is al lang niet meer voorbehouden aan de pygmeeën en hun inheemse buren. Er zijn in de loop der tijd een paar miljoen Bantu-immigranten en vluchtelingen bijgekomen, die het evenwicht in de natuur enorm hebben verstoord. Sinds 1989 zet Ruud Muis’ stichting zich in om de pygmeeën te helpen overleven in de 21ste eeuw. Gezondheidszorg, scholing en ook landbouw zijn daarbij speerpunten.

Maar de illegale houtkap bedreigt hun biotoop. "Voorlopig zijn bepaalde delen van het woud nog moeilijk begaanbaar, maar als dat verandert wordt alles kaalgekapt", vreest Muis.

CF: Waarom richt uw hulporganisatie zich specifiek op de pygmeeën, één van de vele bevolkingsgroepen in Congo?

"Dat is onze missie sinds 1989, toen ik voor het eerst pygmeeën ontmoette. Ik zag dat ze het meest kwetsbare volk in Afrika zijn. Klein van postuur en een oervolk met een bijna onbegrijpelijke strategie om te overleven. Maar die strategie komt na 4.000 jaar, in ons hoogtechnologische en kapitalistische tijdperk, niet meer van pas. Ze dreigen hetzelfde lot te ondergaan als de Batwa, andere pygmeestammen, namelijk dat ze zonder bos komen te zitten. Na de oorlog in Congo heeft de Wereldbank een snelweg van 700 km aangelegd dwars door het woud, dat tot voor kort onberijdbaar was voor trucks wegens de ‘poto-poto’ – enorme onbegaanbare moddergaten.

Nu hebben de pygmeeën te lijden onder de anarchistische, hebzuchtige houtkap: tot hun eigen verbazing wordt het bos rondom hen weggekapt. Hun wereldbeeld is te ontoereikend om te beseffen wat de gevolgen zijn. Daarom zal onze stichting binnenkort starten met sensibiliseringsprogramma’s voor pygmeeën en hun medebosbewoners. Of we op tijd komen is nog maar de vraag. Hoe kan de illigale houtkap worden gestopt? Voor sabotage van bruggen om het houttransport tegen te gaan, zijn de pygmeeën te beschaafd."

CF: Ook de pygmeeën hadden een delegatie op de vredesconferentie in Goma. Denkt u dat ze kunnen terugkeren naar de Kivu wanneer daar vrede heerst?

"De pygmeeën uit het gebied van Goma en Virunga, de Twa of Batwa, hebben al bijna niets meer te verliezen: ze staan al met de rug tegen de muur. Ze krijgen al lang geen toegang meer tot het bos. Zelfs wanneer er vrede zal heersen, blijft het moeilijk want de Mwami’s, de Bantu’s in die regio die als beschermheren optreden, zijn vaak vermoord of onteigend.

Nog maar enkele tientallen jaren geleden leefden Batwa-pygmeeën in de oerwouden van Noord- en Zuid-Kivu. Bij de oprichting van natuurparken zoals het Virungapark en Kahuzi Biega, waar de berggorilla's leven, werden zij vaak met geweld uit deze gebieden verdreven. Dat de gorilla's in natuurparken worden beschermd is een goede zaak, maar de manier waarop de pygmeeën uit hun woongebied werden verjaagd is onverteerbaar en wreed.

Lokale milieuorganisaties en internationale instellingen zoals de Wereldbank nemen voorzichtige initiatieven om de Batwa-pygmeeën te integreren in het natuurbehoud, omdat ze zoveel kennis hebben van hun natuurlijke leefomgeving. Kleinood staat nu samen met de Congolese partnerorganisatie Cidopy de leiding van het Virungapark bij met kennis over de pygmeeën. De Batwa-pygmeeën leiden nu in de savannegebieden, zonder toegang tot het woud, een zeer marginaal bestaan."

CF: De aanleg van wegen, en de terugkeer van de veiligheid zijn de belangrijkste voorwaarden om Oost-Congo uit het slop te halen. Zo wordt het wel mogelijk het Congolese regenwoud op grote schaal te kappen. Vreest u zo’n scenario?

"De wegen in het Ituriwoud zijn op één jaar tijd zo goed als klaar. De VN-vredesmissie in Congo (Monuc) kan nu vrijwel overal geraken. Behalve in het bos, waar rebellen zich nog steeds schuilhouden, bijvoorbeeld op de Ruwenzori-hellingen.

Het is geen scenario meer, maar bittere realiteit. Wanneer de weg klaar was, stonden de vrachtwagens al klaar en werden kettingzagen aangeschaft, die trouwens overal vrij te verkrijgen zijn. Je moet weten dat de planken en balken in het bos zelf met de hand op maat worden gezaagd; een erg inefficiënte methode waarbij veel hout verloren gaat."

CF: Dat grote, internationale houtkapbedrijven het regenwoud bedreigen, is bekend. Maar hoe zit het met de Congolezen zelf? Zij kappen toch ook massaal om aan landbouw te kunnen doen of omdat ze hout nodig hebben om te koken?

"Daar is op zich niets op tegen, vind ik. Grondstoffen uit de wouden kunnen net zo goed de lokale armoede bestrijden, bouwmateriaal leveren voor scholen en ziekenhuizen, of houtskool produceren. Zo was het in het verleden, en dat ging redelijk goed. Nu geldt ‘kappen wat je kappen kan’, waarbij de opbrengst naar welgestelde ondernemers (die voornamelijk rijk zijn geworden met mijnbouw en de handel in goud, diamant en coltan, maar ook hout) gaat in plaats van naar de bevolking. Pure roverspraktijken, vind ik dat. Het hout wordt ook massaal naar het buitenland verscheept en de bosbevolking werkt hier naïef aan mee. In de hoop er wat geld aan over te houden. Met als gevolg dat, net als in de mijnbouw, het leven in de regio alleen maar duurder wordt. Zo worden de pygmeeën vluchtelingen in hun geboortestreek terwijl het bos onder hun voeten verdwijnt."

Hoe kan de illegale houtkap worden aangepakt? Is er controle mogelijk in zo’n uitgestrekt en moeilijk doordringbaar gebied?

"Goede vraag, maar moeilijk te beantwoorden. Misschien door internationale druk op de regering in Kinshasa, lokale autoriteiten, ondernemers en alle andere betrokkenen. Door handhaving van de nieuwe boswet die er zal komen. Maar controle blijft een heikel punt. Daarnaast zijn nog sancties van de Wereldbank mogelijk, of campagnes om de bosbewoners bewust te maken. Al kan dat op termijn tot spanningen leiden.

Voorlopig zijn bepaalde delen van het woud nog moeilijk begaanbaar, maar bij het ‘oprollen’ van het bos wordt alles toegankelijk: dan zal het niet langer moeilijk zijn om overal te geraken en wordt alles kaalgekapt."

CF: Op welke gebieden is de stichting Pygmee Kleinood actief?

"We werken voornamelijk rond scholing, medische zorg, landbouw, de terugkeer van vluchtelingen, landrechten, sensibilisering enzovoort. Op het vlak van onderwijs heeft de stichting de methode uit Kameroen overgenomen. Die onderwijsmethode is gebaseerd op 3 pijlers; waarnemen, nadenken en handelen. Pygmeekinderen, gewend aan de natuur om hen heen, zijn zeer praktisch ingesteld. We gebruiken beelden uit de eigen omgeving als didactisch materiaal, om te leren rekenen, schrijven en lezen.

Er is een mobiel medisch team van verzorgend personeel (het MMP-team) dat werkt als 'wijkverplegers'. De zorggebieden in Congo zijn verdeeld in medische zone', elk met verantwoordelijke artsen, met wie we intensief samenwerken. Kleinood werkt met het MMP-team nu in de medische zones Komanda, Mambasa, Lolwa en in de zone Boga, dieper in het woud. Die gebieden beslaan in totaal ongeveer een vijfde van het Ituriwoud.

De Pygmeeën in dit gebied bezoeken en behandelen is natuurlijk een enorme opdrach, te groot voor één team wijkverplegers. Daarom streeft onze stichting naar uitbreiding van het MMP-team zodra we daartoe de financiële middelen hebben. Op dit moment kunnen we met één motorfiets naar de diverse pygmeekampen rijden, waarna het MMP-team te voet het woud in trekt. De bevindingen zijn vaak verbijsterend: verwaarlozing, geen toegang tot ziekenhuizen door geldgebrek en onvoorstelbaar ernstige ziektegevallen."

CF: Helpt u ook de pygmeeën in eigen voedsel te voorzien?

"Enerzijds voorzien we voedselnoodhulp voor vluchtelingen om de ergste honger op te vangen, anderzijds trachten we deze groepen zo snel mogelijk zelfvoorzienend te maken. De pygmeekampen ten noorden van het Kivumeer liggen op poreuze onvruchtbare lavagrond, maar door de aanvoer van tientallen tonnen grond en humus leggen we vruchtbare akkertjes aan. Er wordt gezorgd voor zaden, stekken en praktijktraining door landbouwdeskundigen. De gewassen voorzien in de eigen behoefte van de pygmeeën, wat overblijft, verkopen ze op de markt.

Sommige pygmeegroepen die in de buurt van het Kivumeer leven, hebben jaren geleden de jacht in het bos ingeruild voor bescheiden visactiviteiten met kleine tweepersoons boomstamkano's. Boten en netten zijn echter afgepakt of werden in de oorlog gestolen of vernield. Wij bieden deze pygmeeën opnieuw de mogelijkheid om te vissen op het meer. Er zijn 25 boomstamkano's op bestelling gemaakt en 100 visnetten aangekocht. Vervolgens is intensief met de overheidsinstanties onderhandeld over de toekenning van officiële vislicenties voor de verschillende pygmeegroepen."

CF: Uw zonnepanelenproject doet me denken aan Allie Fox, het geniale maar overmoedige hoofdpersonage in het boek ‘Mosquito Coast’ van Paul Theroux. Is zonne-energie in de Congolese wouden een verre toekomstdroom of een haalbare oplossing?

"Dat boek ken ik niet, maar wat we in Congo doen heeft niets met overmoed te maken. Ik heb expertise in zonne- en windenergie opgebouwd als wetenschappelijk onderzoeker bij het Energie Onderzoek Centrum (ECN) in Petten, Nederland. En het gaat niet over de verre toekomst, het gebeurt nu! Er is bijvoorbeeld in Goma een uitstekend bedrijf, Asrames – waar mee we geen banden hebben voor de duidelijkheid – dat zonnepanelen plaatst tegen een betaalbare prijs. Ze leveren ook straatverlichting op zonne-energie. De moeilijkheid blijft om de gebruiker bewust met dit soort energie te leren omgaan en om een service na installatie te garanderen.

Zonne-energie is prima geschikt om stroom op te wekken voor verlichting en koeling (van medicatie en vaccins) in afgelegen gebieden, waar er geen elektriciteitsnet is. Vaccinaties hebben alleen succes als het vaccinatiemiddel van in de fabriek tot en met de sessies gekoeld blijft, het zogenaamde ‘coldchain’-procédé.

Onze drie systemen hebben ongeveer acht jaar goed gewerkt, tot er één in Komanda in 2002 werd geraakt door het mortiervuur van rebellen. Een tweede systeem werd in 2002 in Bamanda gestolen door andere rebellen. In Epulu zijn de elektronische platen van de koelkaststuring vernield door termieten – die immers de warme plekjes opzoeken – nadat rebellen al eerder de panelen hadden ontvreemd."

CF: Congo heeft al decennialang af te rekenen met oorlog en onveiligheid. Gelooft u dat er beterschap op komst is?

"Zonder geloof en hoop in de veerkracht van de Congolezen, en niet in de laatste plaats in de pygmeeën, waren we er allang mee opgehouden. Onze stichting heeft al drie keer alle (logistieke) infrastructuur in Congo verloren: hetzij door wanbeheer, hetzij door rebellen die aan de haal gingen met twee Landcruisers, drie zonnesystemen en tien motoren, of die ons pygmeeprojectgebouw in het Ituriwoud, schoolgebouwen, leegroofden. Maar we zijn niet aangeslagen of gefrustreerd. Al is het steeds de goedwillende en beschaafde lokale bewoners en onze medewerkers die het gelag betalen. Wij zijn er voor hen, en dat zal zo blijven tot aan het einde van mijn dagen. Ze zijn het waard om voor te strijden."

© CongoForum – Jelle De Mey, 30.01.08

Wie de stichting Pygmeeën Kleinood financieel wil steunen of wie meer informatie wenst, kan terecht op www.pygmee.nl en www.cidopy.org

e-mail: info@pygmee.nl

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.

14.03.08 Wanneer geweren worden ingeruild voor kettingzagen (CongoForum)

SIJBEKARSPEL – In de Oostelijke Provincie van Congo ligt het Ituriwoud. In dit grote, dicht begroeide heuvelachtige oerwoud wonen nog zo’n 60.000 pygmeeën die deels traditioneel leven van wat de natuur opbrengt. Maar voor hoe lang nog, vraagt Ruud Muis van de Nederlandse Stichting Pygmeeën Kleinood zich af.

Het woud is al lang niet meer voorbehouden aan de pygmeeën en hun inheemse buren. Er zijn in de loop der tijd een paar miljoen Bantu-immigranten en vluchtelingen bijgekomen, die het evenwicht in de natuur enorm hebben verstoord. Sinds 1989 zet Ruud Muis’ stichting zich in om de pygmeeën te helpen overleven in de 21ste eeuw. Gezondheidszorg, scholing en ook landbouw zijn daarbij speerpunten.

Maar de illegale houtkap bedreigt hun biotoop. "Voorlopig zijn bepaalde delen van het woud nog moeilijk begaanbaar, maar als dat verandert wordt alles kaalgekapt", vreest Muis.

CF: Waarom richt uw hulporganisatie zich specifiek op de pygmeeën, één van de vele bevolkingsgroepen in Congo?

"Dat is onze missie sinds 1989, toen ik voor het eerst pygmeeën ontmoette. Ik zag dat ze het meest kwetsbare volk in Afrika zijn. Klein van postuur en een oervolk met een bijna onbegrijpelijke strategie om te overleven. Maar die strategie komt na 4.000 jaar, in ons hoogtechnologische en kapitalistische tijdperk, niet meer van pas. Ze dreigen hetzelfde lot te ondergaan als de Batwa, andere pygmeestammen, namelijk dat ze zonder bos komen te zitten. Na de oorlog in Congo heeft de Wereldbank een snelweg van 700 km aangelegd dwars door het woud, dat tot voor kort onberijdbaar was voor trucks wegens de ‘poto-poto’ – enorme onbegaanbare moddergaten.

Nu hebben de pygmeeën te lijden onder de anarchistische, hebzuchtige houtkap: tot hun eigen verbazing wordt het bos rondom hen weggekapt. Hun wereldbeeld is te ontoereikend om te beseffen wat de gevolgen zijn. Daarom zal onze stichting binnenkort starten met sensibiliseringsprogramma’s voor pygmeeën en hun medebosbewoners. Of we op tijd komen is nog maar de vraag. Hoe kan de illigale houtkap worden gestopt? Voor sabotage van bruggen om het houttransport tegen te gaan, zijn de pygmeeën te beschaafd."

CF: Ook de pygmeeën hadden een delegatie op de vredesconferentie in Goma. Denkt u dat ze kunnen terugkeren naar de Kivu wanneer daar vrede heerst?

"De pygmeeën uit het gebied van Goma en Virunga, de Twa of Batwa, hebben al bijna niets meer te verliezen: ze staan al met de rug tegen de muur. Ze krijgen al lang geen toegang meer tot het bos. Zelfs wanneer er vrede zal heersen, blijft het moeilijk want de Mwami’s, de Bantu’s in die regio die als beschermheren optreden, zijn vaak vermoord of onteigend.

Nog maar enkele tientallen jaren geleden leefden Batwa-pygmeeën in de oerwouden van Noord- en Zuid-Kivu. Bij de oprichting van natuurparken zoals het Virungapark en Kahuzi Biega, waar de berggorilla's leven, werden zij vaak met geweld uit deze gebieden verdreven. Dat de gorilla's in natuurparken worden beschermd is een goede zaak, maar de manier waarop de pygmeeën uit hun woongebied werden verjaagd is onverteerbaar en wreed.

Lokale milieuorganisaties en internationale instellingen zoals de Wereldbank nemen voorzichtige initiatieven om de Batwa-pygmeeën te integreren in het natuurbehoud, omdat ze zoveel kennis hebben van hun natuurlijke leefomgeving. Kleinood staat nu samen met de Congolese partnerorganisatie Cidopy de leiding van het Virungapark bij met kennis over de pygmeeën. De Batwa-pygmeeën leiden nu in de savannegebieden, zonder toegang tot het woud, een zeer marginaal bestaan."

CF: De aanleg van wegen, en de terugkeer van de veiligheid zijn de belangrijkste voorwaarden om Oost-Congo uit het slop te halen. Zo wordt het wel mogelijk het Congolese regenwoud op grote schaal te kappen. Vreest u zo’n scenario?

"De wegen in het Ituriwoud zijn op één jaar tijd zo goed als klaar. De VN-vredesmissie in Congo (Monuc) kan nu vrijwel overal geraken. Behalve in het bos, waar rebellen zich nog steeds schuilhouden, bijvoorbeeld op de Ruwenzori-hellingen.

Het is geen scenario meer, maar bittere realiteit. Wanneer de weg klaar was, stonden de vrachtwagens al klaar en werden kettingzagen aangeschaft, die trouwens overal vrij te verkrijgen zijn. Je moet weten dat de planken en balken in het bos zelf met de hand op maat worden gezaagd; een erg inefficiënte methode waarbij veel hout verloren gaat."

CF: Dat grote, internationale houtkapbedrijven het regenwoud bedreigen, is bekend. Maar hoe zit het met de Congolezen zelf? Zij kappen toch ook massaal om aan landbouw te kunnen doen of omdat ze hout nodig hebben om te koken?

"Daar is op zich niets op tegen, vind ik. Grondstoffen uit de wouden kunnen net zo goed de lokale armoede bestrijden, bouwmateriaal leveren voor scholen en ziekenhuizen, of houtskool produceren. Zo was het in het verleden, en dat ging redelijk goed. Nu geldt ‘kappen wat je kappen kan’, waarbij de opbrengst naar welgestelde ondernemers (die voornamelijk rijk zijn geworden met mijnbouw en de handel in goud, diamant en coltan, maar ook hout) gaat in plaats van naar de bevolking. Pure roverspraktijken, vind ik dat. Het hout wordt ook massaal naar het buitenland verscheept en de bosbevolking werkt hier naïef aan mee. In de hoop er wat geld aan over te houden. Met als gevolg dat, net als in de mijnbouw, het leven in de regio alleen maar duurder wordt. Zo worden de pygmeeën vluchtelingen in hun geboortestreek terwijl het bos onder hun voeten verdwijnt."

Hoe kan de illegale houtkap worden aangepakt? Is er controle mogelijk in zo’n uitgestrekt en moeilijk doordringbaar gebied?

"Goede vraag, maar moeilijk te beantwoorden. Misschien door internationale druk op de regering in Kinshasa, lokale autoriteiten, ondernemers en alle andere betrokkenen. Door handhaving van de nieuwe boswet die er zal komen. Maar controle blijft een heikel punt. Daarnaast zijn nog sancties van de Wereldbank mogelijk, of campagnes om de bosbewoners bewust te maken. Al kan dat op termijn tot spanningen leiden.

Voorlopig zijn bepaalde delen van het woud nog moeilijk begaanbaar, maar bij het ‘oprollen’ van het bos wordt alles toegankelijk: dan zal het niet langer moeilijk zijn om overal te geraken en wordt alles kaalgekapt."

CF: Op welke gebieden is de stichting Pygmee Kleinood actief?

"We werken voornamelijk rond scholing, medische zorg, landbouw, de terugkeer van vluchtelingen, landrechten, sensibilisering enzovoort. Op het vlak van onderwijs heeft de stichting de methode uit Kameroen overgenomen. Die onderwijsmethode is gebaseerd op 3 pijlers; waarnemen, nadenken en handelen. Pygmeekinderen, gewend aan de natuur om hen heen, zijn zeer praktisch ingesteld. We gebruiken beelden uit de eigen omgeving als didactisch materiaal, om te leren rekenen, schrijven en lezen.

Er is een mobiel medisch team van verzorgend personeel (het MMP-team) dat werkt als 'wijkverplegers'. De zorggebieden in Congo zijn verdeeld in medische zone', elk met verantwoordelijke artsen, met wie we intensief samenwerken. Kleinood werkt met het MMP-team nu in de medische zones Komanda, Mambasa, Lolwa en in de zone Boga, dieper in het woud. Die gebieden beslaan in totaal ongeveer een vijfde van het Ituriwoud.

De Pygmeeën in dit gebied bezoeken en behandelen is natuurlijk een enorme opdrach, te groot voor één team wijkverplegers. Daarom streeft onze stichting naar uitbreiding van het MMP-team zodra we daartoe de financiële middelen hebben. Op dit moment kunnen we met één motorfiets naar de diverse pygmeekampen rijden, waarna het MMP-team te voet het woud in trekt. De bevindingen zijn vaak verbijsterend: verwaarlozing, geen toegang tot ziekenhuizen door geldgebrek en onvoorstelbaar ernstige ziektegevallen."

CF: Helpt u ook de pygmeeën in eigen voedsel te voorzien?

"Enerzijds voorzien we voedselnoodhulp voor vluchtelingen om de ergste honger op te vangen, anderzijds trachten we deze groepen zo snel mogelijk zelfvoorzienend te maken. De pygmeekampen ten noorden van het Kivumeer liggen op poreuze onvruchtbare lavagrond, maar door de aanvoer van tientallen tonnen grond en humus leggen we vruchtbare akkertjes aan. Er wordt gezorgd voor zaden, stekken en praktijktraining door landbouwdeskundigen. De gewassen voorzien in de eigen behoefte van de pygmeeën, wat overblijft, verkopen ze op de markt.

Sommige pygmeegroepen die in de buurt van het Kivumeer leven, hebben jaren geleden de jacht in het bos ingeruild voor bescheiden visactiviteiten met kleine tweepersoons boomstamkano's. Boten en netten zijn echter afgepakt of werden in de oorlog gestolen of vernield. Wij bieden deze pygmeeën opnieuw de mogelijkheid om te vissen op het meer. Er zijn 25 boomstamkano's op bestelling gemaakt en 100 visnetten aangekocht. Vervolgens is intensief met de overheidsinstanties onderhandeld over de toekenning van officiële vislicenties voor de verschillende pygmeegroepen."

CF: Uw zonnepanelenproject doet me denken aan Allie Fox, het geniale maar overmoedige hoofdpersonage in het boek ‘Mosquito Coast’ van Paul Theroux. Is zonne-energie in de Congolese wouden een verre toekomstdroom of een haalbare oplossing?

"Dat boek ken ik niet, maar wat we in Congo doen heeft niets met overmoed te maken. Ik heb expertise in zonne- en windenergie opgebouwd als wetenschappelijk onderzoeker bij het Energie Onderzoek Centrum (ECN) in Petten, Nederland. En het gaat niet over de verre toekomst, het gebeurt nu! Er is bijvoorbeeld in Goma een uitstekend bedrijf, Asrames – waar mee we geen banden hebben voor de duidelijkheid – dat zonnepanelen plaatst tegen een betaalbare prijs. Ze leveren ook straatverlichting op zonne-energie. De moeilijkheid blijft om de gebruiker bewust met dit soort energie te leren omgaan en om een service na installatie te garanderen.

Zonne-energie is prima geschikt om stroom op te wekken voor verlichting en koeling (van medicatie en vaccins) in afgelegen gebieden, waar er geen elektriciteitsnet is. Vaccinaties hebben alleen succes als het vaccinatiemiddel van in de fabriek tot en met de sessies gekoeld blijft, het zogenaamde ‘coldchain’-procédé.

Onze drie systemen hebben ongeveer acht jaar goed gewerkt, tot er één in Komanda in 2002 werd geraakt door het mortiervuur van rebellen. Een tweede systeem werd in 2002 in Bamanda gestolen door andere rebellen. In Epulu zijn de elektronische platen van de koelkaststuring vernield door termieten – die immers de warme plekjes opzoeken – nadat rebellen al eerder de panelen hadden ontvreemd."

CF: Congo heeft al decennialang af te rekenen met oorlog en onveiligheid. Gelooft u dat er beterschap op komst is?

"Zonder geloof en hoop in de veerkracht van de Congolezen, en niet in de laatste plaats in de pygmeeën, waren we er allang mee opgehouden. Onze stichting heeft al drie keer alle (logistieke) infrastructuur in Congo verloren: hetzij door wanbeheer, hetzij door rebellen die aan de haal gingen met twee Landcruisers, drie zonnesystemen en tien motoren, of die ons pygmeeprojectgebouw in het Ituriwoud, schoolgebouwen, leegroofden. Maar we zijn niet aangeslagen of gefrustreerd. Al is het steeds de goedwillende en beschaafde lokale bewoners en onze medewerkers die het gelag betalen. Wij zijn er voor hen, en dat zal zo blijven tot aan het einde van mijn dagen. Ze zijn het waard om voor te strijden."

© CongoForum – Jelle De Mey, 30.01.08

Wie de stichting Pygmeeën Kleinood financieel wil steunen of wie meer informatie wenst, kan terecht op www.pygmee.nl en www.cidopy.org

e-mail: info@pygmee.nl

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.