FONAREV: inspanningen om overgangsjustitie in DR Congo te realiseren (persbericht)

KINSHASA – Op 2 augustus 2023 vond in de Democratische Republiek Congo voor het eerst een herdenking plaats van de vele slachtoffers van de oorlogen die de Congolezen de afgelopen 30 jaar hebben meegemaakt. Er werd ook hulde gebracht aan de structuren en organisaties die voor de overlevende slachtoffers zorgen. De instelling van deze dag van herinnering en eerbetoon hangt samen met de Wet nr. 22/065 van 26 december 2022, waarin de fundamentele principes zijn bepaald rond de bescherming en vergoeding van de slachtoffers van conflictgebonden seksueel geweld en de slachtoffers van andere misdaden tegen de vrede en veiligheid van de mensheid.

De Congolese staat wil officieel de ‘GENOCOST’ herdenken, die eerder al geregeld werd herdacht door spelers uit het middenveld. De term GENOCOST verwijst naar het feit dat de Congolezen, inclusief nationale organisaties en gemeenschappen uit de diaspora, erkennen dat er een ‘Congolese genocide’ heeft plaatsgevonden, die nog voortduurt. Hierbij wordt gewezen op het extreem hoge aantal doden als gevolg van conflicten en het aanhoudende en repetitieve karakter van de bloedbladen waarbij onschuldige burgers, ook kinderen, werden getroffen. De Congolezen verwijzen naar acties om bevolkingsgroepen te elimineren en hun land te bezetten.

De term GENOCOST komt ook voort uit het feit dat deze conflicten, gesteund door buitenlandse machten in samenwerking met bepaalde buurlanden, nauw verbonden zijn met de exploitatie van de mijnen en bossen in Congo.

Deze eerste officiële herdenking van GENOCOST in de DR Congo ging gepaard met de lancering van het Nationaal Fonds voor de herstelling van slachtoffers van conflictgebonden seksueel geweld en van andere misdaden tegen de vrede en de veiligheid van de mensheid (FONAREV).

“FONAREV-wet”: teken van politieke wil

De hierboven genoemde Wet 22/065, ook wel de “FONAREV-wet” genoemd, die de herdenking van GENOCOST zowel nationaal als internationaal institutionaliseert en FONAREV opricht, weerspiegelt de wil van de Congolese staat, de president en de ‘First Lady’, om de hele natie te betrekken bij de totstandkoming van een normatief kader voor de toepassing van de mechanismen van transitionele justitie (aanpak van misbruik en geweld uit het verleden en zoeken naar de waarheid, ter verantwoording roepen van daders, herstel voor de slachtoffers, en hervorming van instellingen om herhaling van geweld te voorkomen) om de Congolezen eindelijk te verzoenen en het leed van de overlevenden te verlichten. De slachtoffers zijn jarenlang aan hun lot overgelaten omdat ze door de staat werden genegeerd.

De voorbereiding en uitvoering van deze nationale aanpak veronderstelde een langdurig inclusief proces, waarbij de president en zijn vrouw een beslissende rol speelden. Dit initiatief kreeg de steun van de Verenigde Naties, die via het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties hun Joint Human Rights Office (BCNUDH) hadden opgedragen om de Congolese regering te begeleiden bij de uitvoering van het proces van het instellen van de overgangsjustitie. Verschillende andere partners geloofden in deze politieke wil van de Congolese Staat door ook, direct of indirect, de organisatie van een rondetafelconferentie in 2021 te steunen, waarbij het middenveld als geheel pleitte voor de oprichting van een Nationaal Fonds voor slachtoffers. Daarnaast werd een ad-hoccommissie opgericht, waarin leden van diverse staatsentiteiten zaten, maar ook vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties (zoals de Panzi-stichting, Ma Voisine, de Mouvement National des Survivant(e)s, enz.). Zo begeleidden de BCNUDH en de andere partners het intensieve werk van de commissie voor de uitwerking van Decreet 22/038 over de oprichting en werking van FONAREV en van de Wet die de bescherming van slachtoffers van geweld regelt.

FONAREV is een structuur voor de slachtoffers in hun geheel. Ook al zijn niet alle organisaties die betrokken zijn bij de ondersteuning van slachtoffers geraadpleegd of betrokken bij de voorbereidende activiteiten, toch is FONAREV het engagement aangegaan om een kader te creëren voor overleg en samenwerking met de betrokken structuren ten gunste van de slachtoffers.

De FONAREV-wet en de werking van het Fonds wekken de aandacht van veel mensen en organisaties. Het Fonds blijft een jonge instelling die zichzelf moet bewijzen en die zal worden geconsolideerd door middel van overleg en uitwisseling met landen die gelijkaardige fondsen hebben en/of ervaringen hebben met overgangsjustitie, in het bijzonder Zuid-Afrika, Kenia en Sierra Leone. Ieder van deze landen heeft geweld op een andere manier ervaren: Apartheid, geweld na verkiezingen, gewapende conflicten.

Holistische benadering

FONAREV plant een holistische aanpak, naar het voorbeeld van andere spelers (zoals de Panzi-stichting van Nobelprijswinnaar Denis Mukwege, of Solidarité Féminine Pour La Paix et le Développement Intégral, SOFEPADI, van Julienne Lusenge). Het Fonds zal zich richten op juridische ondersteuning, geldelijke compensatie, teruggave van eigendommen, lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg, sociale en economische re-integratieprogramma’s en de ‘empowerment’ van slachtoffers. Al deze componenten zijn geïnspireerd op de wensen van slachtoffers en slachtofferhulporganisaties die in 14 Congolese provincies zijn geraadpleegd.

Op het gebied van de gezondheidszorg zullen herstellingen en zorg worden verleend via de bestaande gezondheidszorg(waarbij de kosten van de zorg voor de slachtoffers door FONAREV worden betaald), of via gezondheidsinstellingen die door het Fonds worden opgericht en gefinancierd. Op het gebied van sociale re-integratie vragen slachtoffers om hulp bij beroepsopleiding om nieuwe vaardigheden te verwerven met bedoeling in hun levensonderhoud te voorzien en onafhankelijk te zijn. Dit is een mentorprogramma dat plaatsvindt in opleidingscentra om een vak te leren (bijvoorbeeld: naaien, haarkappen, schrijnwerkerij, landbouw, enz.). Hetzelfde geldt voor de begunstigden van slachtoffers, in het bijzonder de kinderen van directe slachtoffers, voor wie FONAREV re-integratie in het nationale onderwijssysteem biedt. Zo kunnen zelfs jonge analfabete slachtoffers worden opgenomen bij alfabetiseringsactiviteiten.

Middelen en beheer

De uitdagingen die moeten worden aangegaan om tot een doeltreffende oplossing te komen, mogen niet over het hoofd worden gezien. Succes in deze steun aan slachtoffers vereist de beschikbaarheid van genoeg middelen en een goed beheer en bestuur. De aanzienlijke financiering die nodig is om de werking van FONAREV te dekken, komt voornamelijk van de Congolese Staat, maar ook van externe partners.

De wetgever wilde benadrukken dat de mijnbouw een van de belangrijkste redenen is voor de conflicten die de afgelopen 30 jaar hebben plaatsgevonden. De FONAREV-wet bepaalt dat de middelen van het Fonds onder anderen afkomstig zijn uit de royalty’s betaald door de bezitters van mijnbouwexploitatietitels. Uiteraard zijn er andere staatssubsidies gepland om de middelen van FONAREV aan te vullen, in overeenstemming met Decreet 22/038. Tegelijkertijd moet worden vermeld dat het management van FONAREV graag de stem van de slachtoffers wil laten horen met behulp van steun van internationale organisaties en het buitenland.

Afgezien van het financiële aspect bestaat de ideologische lijn van FONAREV uit het erkennen van de verantwoordelijkheid van de DR Congo voor de wandaden tegen de bevolking. Soms werden deze wandaden gepleegd door medewerkers van de staat. Het is dan ook normaal dat de staat middelen mobiliseert om het leed van de slachtoffers te verlichten. Dit betekent niet dat de daders niets zullen doen. Omdat FONAREV de toegang van slachtoffers tot de rechter ondersteunt, inclusief het recht op compensatie, spreekt het voor zich dat het de daders van de misdaden zullen worden vervolgd en veroordeeld door de rechtbanken, vooral dankzij de steun van FONAREV. Er zijn procedures gaande tegen bijvoorbeeld Rwanda en zijn vertegenwoordigers, die zich zullen moeten melden. Congo dringt ook aan op  de oprichting van een Internationaal Straftribunaal voor de DR Congo, ook al willen sommige kringen daar niet van horen.

FONAREV goed besturen is ook een uitdaging, vooral gezien de slechte reputatie van verschillende lokale publieke structuren en ondernemingen. Binnen FONAREV bestaat er een duidelijk engagement om een cultuur van competentie en integriteit te bevorderen. Autonomie in het dagelijks bestuur van een publieke instelling zoals FONAREV is een belangrijk institutioneel aspect; maar bij een structuur die aanzienlijke financiële middelen moet beheren en toewijzen, is het logisch dat er controlemechanismen moeten zijn. Om ervoor te zorgen dat de belangen van de slachtoffers niet vervreemd worden, omvat het beheer van het Fonds de deelname van de slachtoffers, van wie sommigen deel uitmaken van de bestuursstructuren (algemeen bestuur en de raad van bestuur), en zal het Fonds worden onderworpen aan de nodige controles (interne en externe auditdiensten, Rekenhof, Instituut voor Financieel Beheer). Het management mag geen ruimte laten voor het verlies van middelen voor hulpverlening aan slachtoffers, wat in hun ogen een extra slachtofferschap zou betekenen.

FONAREV handelt op basis van gedefinieerde procedures, en niet willekeurig, wat ruimte zou laten voor misbruik door zijn bestuurders. Er is ook een mechanisme voor beroep en geschillenregeling; een bemiddelaar wordt wettelijk voorzien, die op onafhankelijke wijze zal toezien op de eerbiediging van de rechten en het behoud van de belangen van de slachtoffers op het gebied van de administratieve schadevergoeding.

Gezien de enorme uitgestrektheid van de Democratische Republiek Congo (2.345.000 km2, meer dan 100 miljoen inwoners) en het hoge aantal (in miljoenen) slachtoffers dat moet worden vergoed, is de decentralisatie van deze openbare instelling een conditio sine qua non voor FONAREV om ter plaatse te kunnen zijn (dicht bij slachtoffers en maatschappelijke organisaties).

Selectie en aantal slachtoffers

Een belangrijke probleem is de selectie van slachtoffers die schadevergoeding zullen ontvangen en pogingen tot misbruik te vermijden, want misbruik is te verwachten in een omgeving van algemene armoede. Er zijn mechanismen voorzien voor het opstellen van een ‘lijst’, waarin slachtoffers na een rechterlijke beslissing zullen worden opgenomen. Er moet ook worden opgemerkt dat personen ten laste of erfgenamen van slachtoffers ook de slachtofferstatus kunnen verkrijgen, op dezelfde lijst kunnen verschijnen en onder toezicht kunnen staan bij de herstelmaatregelen (bijvoorbeeld door hun schoolopleiding of beroepsopleiding te garanderen). Daartoe wordt in een decreet van de premier over de maatregelen voor de toepassing van wet 22/065 de registratieprocedure voor de lijst en de rol van elke instantie gedetailleerd beschreven, omdat dit proces eens te meer inclusief bedoeld is.

Op te merken valt dat er een discrepantie bestaat bij de schatting van het aantal slachtoffers. Sommige organisaties vrezen dat het aantal slachtoffers zeer hoog is, in de miljoenen, en benadrukken daarmee de moeilijkheid om hen hulp te bieden. Aan de andere kant minimaliseren anderen dit aantal, of erger nog, sommigen ontkennen de cijfers omdat ze de Congolese genocide niet willen erkennen.

Niettemin is het belangrijk te benadrukken dat het aantal slachtoffers geen onoverkomelijk probleem vormt met betrekking tot de herstelmaatregelen. Ten eerste omdat niet alle herstelmaatregelen individueel of financieel hoeven te zijn. Naast individuele maatregelen zullen er ook meer collectieve maatregelen komen, gericht op het voldoen aan de eisen en noden van gemeenschappen. De internationale ervaring op dit gebied leert ons dat bij een zeer groot aantal slachtoffers collectieve herstelmaatregelen moeten worden toegepast, gekoppeld aan individuele maatregelen. Het hoofddoel van maatregelen is immers niet om de slachtoffers te verrijken, maar om hen te erkennen, hun rechten te herstellen en ze opnieuw in de samenleving te integreren.

Einde aan de straffeloosheid

De slachtoffers gaven de staat de schuld voor de straffeloosheid van de misdadigers. Wat wil FONAREV op dit vlak doen? Het Fonds kan niet alle vragen van slachtoffers oplossen. Het vervangt niet de structuren die gerechtigheid moeten laten geschieden. Het Fonds ondersteunt slachtoffers om toegang tot het gerecht te krijgen en bij de uitvoering van rechterlijke beslissingen. Slachtoffers hebben nu een bondgenoot die met hen kan samenwerken bij het nastreven van gerechtigheid. FONAREV wil samenwerken met slachtoffers en slachtofferorganisaties om personen te laten verwijderen uit publieke functies en verantwoordelijkheden wanneer ze zijn veroordeeld voor hun misdaden.

‘Congolese genocide’

Ten slotte is er de kwestie van de erkenning van de Congolese “genocide”, de GENOCOST, die door bepaalde auteurs de “Congolese holocaust” wordt genoemd. Het feit dat de wet de herdenking ervan toestaat impliceert dat de DRC de Congolese genocide erkent. Zelfs wanneer derde landen deze genocide nog niet hebben erkend, hoeven de Congolezen niet te wachten op een internationaal gerechtshof of de Verenigde Naties om hulde te brengen aan hun slachtoffers: men kan niet voorkomen dat een land, een natie, haar slachtoffers erkent en de rouw organiseert.

Conclusie

De FONAREV-wet toont de politieke wil om eindelijk een overgangsjustitie in te voeren, na 30 jaar van oorlogen en conflicten. Bij de operationalisering van FONAREV zullen we vele uitdagingen het hoofd moeten bieden, zodat deze publieke instelling haar opdrachten kan vervullen. Maar er is een duidelijk uitgesproken engagement om, met deelname van de slachtoffers zelf en in hun voordeel, de middelen die aan het Fonds ter beschikking worden gesteld, orthodox te beheren. De herdenking van GENOCOST en de oprichting van FONAREV geven de slachtoffers de hoop dat ze van nu af aan niet langer zullen worden vergeten, maar dat ze gerechtigheid, erkenning, compensatie en herstellingen zullen krijgen, evenals garanties tegen herhaling.

Lucien LUNDULA LOLATUI, directeur-generaal van FONAREV

(1) Het oorspronkelijke Decreet (nr. 22/38 van 6 december 2022) tot vaststelling van de statuten van FONAREV werd gepubliceerd in het Journal Officiel van 1 januari 2023 en werd vervolgens aangevuld en gewijzigd door Decreet nr. 23/20 van 9 juni 2023.

(2) Hochschild, Adam. Les Fantômes du Roi Léopold – Un holocauste oublié. Belfond, 1998, 444 p.

(3) Turner, Thomas. The Congo wars: conflict, myth and reality. Zed Books, 2007, 243 p.

(4) Onana, Charles. Holocauste au Congo. L’omerta de la Communauté internationale. L’Artilleur, 2023, 504 p.

Beeld – bron: FONAREV

Leave a Comment

You must be logged in to post a comment.