Olie en gas: handen af van Congolese wouden, hou jullie dollars maar (Greenpeace)
KINSHASA – Organisaties van milieubeschermers, waaronder Greenpeace Afrika, handhaven hun verzet tegen de Congolese plannen om een aantal olie- en gasvoorraden te laten exploiteren door ondernemingen die nu worden gezocht. “Hou jullie dollars maar, wij willen onze wouden behouden”, is de boodschap van de organisaties in een gemeenschappelijk persbericht. Vandaag publiceren de organisaties een rapport met hun bevindingen.
Het rapport komt van Greenpeace Afrika, 350Africa.org, Rainforest Rescue en de Congolese ngo’s Dynamique Pole, IDPE (Innovation pour le Développement et la Protection de l’Environnement), MJPE (Mouvement des Jeunes pour la Protection de l’Environnement) en REDD (Réseau des Educateurs du Développement Durable). Over enkele dagen vindt in Kinshasa een conferentie plaats in de aanloop naar de COP27-bijeenkomst.
“Ons rapport toont aan dat de veiling van een reeks olie- en gasvoorraden een bedreiging is voor het wereldklimaat en de biodiversiteit. Deze operatie stelt gemeenschappen bloot aan vervuiling, ziektes, conflicten, armoede en corruptie, allemaal zaken die onvermijdelijk te koppelen zijn aan de vloek van de olie”, zegt Irène Wabiwa Betoko van Greenpeace Afrika.
De olie- en gasvoorraden beslaan bijna 278.000 vierkante kilometer, een grotere oppervlakte dan het Verenigd Koninkrijk. Het exploiteren van deze voorraden zal in een aantal gevallen het milieu ernstig bedreigen. Zelfs in het Virungapark, dat op de lijst van het Werelderfgoed staat.
De Congolese regering zegt de inkomsten uit olie en gas nodig te hebben om de leefomstandigheden van de bevolking te kunnen verbeteren. “De regering verwaarloost haar eigen bevolking”, zegt een notabele uit het dorp Lukolela. “Ze doen alsof de wouden leeg zijn en alsof er geen dorpen of dieren zijn.”
Terreinbezoeken
De milieubeschermers brachten een aantal terreinbezoeken bij plaatselijke gemeenschappen. In Equateur en Tshuapa, waar sommige van de olievoorraden te vinden zijn, constateerden ze dat de dorpen in de betrokken zones geen drinkwatervoorziening hebben. Meer dan 1 miljoen mensen dreigen het slachtoffer te worden van mogelijke vervuiling en ziektes als de olie-exploitatie zou plaatsvinden. Ook de voedselzekerheid kan in gevaar komen.
In de provincie Haut-Lomami lopen 21 gemeenschappen gevaar. In de betrokken zones daar zijn er nu minstens 150.000 vissers en duizenden boeren die rijst en andere gewassen telen. Hun broodwinning komt in het gedrang als er naar olie zou worden geboord.
Nieuwe sociale conflicten
Plaatselijke gemeenschappen vrezen dat ze ‘slaven’ zullen worden en dat er nieuwe sociale conflicten kunnen ontstaan. “Onze voorouders maakten het al mee”, luidt het. “De oprichting van het Upemba-park zette ons leven op stelten, met allerlei beperkingen qua toegankelijkheid en activiteiten. Wij zijn niet bereid om hier nu een oliemaatschappij te zien toekomen.”
Bantu Lukambo (IDPE) vreest dat de olie- en gasdossiers ook tot veel corruptie zullen leiden. En dat in de aanloop naar nieuwe verkiezingen in de DR Congo. “Het middenveld wil niet dat er geld gaat naar corruptienetwerken, ten koste van de bevolking, en dat in deze gevoelige periode.”
Bron: persbericht van Greenpeace en andere organisaties, 29.09.22
Beeld – bron: Greenpeace / Destin